11 NOVEMBER 1976 1812 (Avond) De eenzijdigheid van het Bredase centrum als win kel- en pretcentrum begint zich nog verder door te zetten. Ook in het afgelopen jaar hebben wij kunnen zien dat de onveiligheid met name rondom de Havermarkt wederom is toegenomen en steeds meer Bredanaars lopen liever met een boogje om de Hout markt en de omliggende straten heen. Er bestaat een voornemen om het voetgangersdomein uit te breiden. Daaraan voorafgaand zou worden bestudeerd welke vorm daarvoor het meest geëigend is. Aanha kend op hetgeen de wethouder zelf in de betreffen de commissievergadering heeft gesuggereerd, zou den wij willen voorstellen nu eerst eens te eva lueren wat de negatieve consequenties van het voetgangersdomein zijn, naast de positieve conse quenties die er natuurlijk ook zijn. De heer TEN WOLDEIk begrijp het betoog van de heer Houben toch niet helemaalwant met name de P.v.d.A./P.P.R.-fracties hebben het vorig jaar gepleit voor een versterking van de woonfunctie in de binnenstad. Als de heer Geene heeft gecon stateerd dat de uitbreiding van het voetgangers domein ook een aantal negatieve consequenties met zich brengt, betekent dat alleen maar dat wij niet continu moeten doorgaan. Dat is natuurlijk een an dere teneur dan die van de heer Houben en boven dien ontdek ik in zijn betoog een dubbelzinnig heid. Pleiten voor een betere woonomgeving bete kent ook ergens een matiging van het verkeer in die binnenstad en dat verhoogt de belevingswaarde van die binnenstad. Wij menen dat dit in het vaan del van de linkse fracties geschreven staat en de heer Houben probeert de auto nu toch maar weer terug te halen in de binnenstad, zij het dan op economische gronden. De heer HOUBENs Ik vind dit een erg plezie rige interruptie van de heer Ten Wolde en daarom zal ik het nog eens proberen uit te leggen; dat is overigens niet de eerste keer. Wat zijn onze bezwaren tegen het voetgangersdomein? Het voet-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1812