1815 11 NOVEMBER 1976
(Avond)
Ik ben helemaal geschrokken van het betoog van de
heer Van Duijl, die dat nog eens duidelijk heeft
onderstreept en die een heel pleidooi voor uit
breiding van het aantal parkeerplaatsen heeft ge
houden. Hij spreekt over een gat in de parkeerca-
paciteit en misschien kan hij straks nog eens uit
leggen wat hij precies heeft bedoeld. Moeten wij
het leefmilieu van de binnenstad nu echt nog ver
der opofferen aan de auto? Het punt van de bereik
baarheid is eigenlijk heel simpel: als wij alle
maal op de fiets stappen kunnen onze fietsen op
een klein parkeerterrein worden gestald en dan
kunnen wij de overige parkeerterreinen voor wonin
gen en ander gezellige dingen gebruiken.
Zo meen ik ook wat kanttekeningen te moeten
maken bij het pleidooi van de heer Van Duijl,
waarin hij aandringt op het versneld aanleggen van
rijksweg 58. Wij raken daardoor een stuk fraai
Markdal, een stukje Ulvenhoutse Bos, een stukje
Galderse Hei en een stukje Mastbos kwijt; kortom,
een mooi stukje uitloop van Breda zal straks ver
dwijnen omdat wij de auto toch weer belangrijker
vonden dan ons verpozen in de natuur. Zou het nu
niet mogelijk zijn om bijvoorbeeld het vrachtver
voer via de trein te laten lopen? De trein ver
toonde alleen al het vorig jaar een teruggang in
kilometrages van 20%...
De heer VAN ASSELDONK: Is dat de trein door
Ulvenhout? Is dat een nieuwe verbinding?
De heer HOUBEN: Ik denk dat een trein minder
overlast geeft dan het vrachtverkeer.
De heer VAN ASSELDONK; Maar toch niet in Ul
venhout?
De heer HOUBEN: Dat is niet uitgesloten. Er
liep al een lijntje naar Baarle-Nassau, dus mis
schien kunnen wij een aftakking maken.
De VOORZITTER: U begrijpt er ook niets van,
mijnheer van Van Asseldonk'