11 NOVEMBER 1976 1010
(Avond)
De heer VAN ASSELDONK: Ja, ik ben geen tech
nocraat.
De VOORZITTER: Toch redt u het niet, hoor. Ik
heb het idee dat de heer Houben iedereen een ple
zier zou doen als hij langzamerhand op het eind
van zijn betoog zou willen aansturen.
De heer HOUBEN: Ik heb nog één vraag over dat
vervoer. De Tweede Kamer-fractie van het C.D.A.
heeft ervoor gepleit 5.000.000,over te heve
len naar het bevorderen van het fietsen. Is het
C.D.A. nu niet van mening dat op de begrotingspos
ten voor het fietsverkeer in Breda een zelfde ope
ratie moet worden toegepast? Dit zal ik straks nog
even toelichten.
Ik heb al gesproken over de bereikbaarheid.
Je moet je afvragen voor wie de binnenstad wel en
voor wie zij niet bereikbaar is. De bereikbaarheid
wordt steeds slechter voor mensen die minder vali
de zijn.
Vervolgens wil ik onze prioriteiten ten aan
zien van de zwakke vervoerssoorten, het investe
ringsplan en de andere stukken van de begroting
even snel doorlopen. Als wij praten over de voet
ganger valt het op dat een stukje van de Chassé-
singel wordt opgeofferd ten behoeve van een par
keerterrein. Dit klopt bovendien niet met een bin-
nenstadsbesluit. Wat gebeurt er met de fietser?
Wij missen in de begroting een aantal stallings
plaatsen voor de fiets; in de begroting vinden wij
daarentegen wel grote bedragen voor parkeerterreinen
terug. De post fietsmarkeringsstroken is in 1977
gehalveerd ten opzichte van 1976. Bovendien is het
mij niet duidelijk wat er nu in 1976 uit deze post
is gefinancierd. Moeten wij daarbij denken aan de
Dr. Struyckenstraat en de Stationsbuurt of zijn er
voor die 100.000,ook nog op andere punten
fietsmarkeringen aangebracht? Wij menen dat de hal
vering van de post fietsmarkeringen uit den boze
is, gezien het feit dat ook anderen erop hebben
gewezen dat de fietser het in Breda bijzonder