11 NOVEMBER 1976 1820 (Avond) Om nog even bij de binnenstad te blijven: hoe is het thans met de stand van zaken rondom de D.A.C.W.-subsidie ten aanzien van de kop van de Veemarktstraat? Ik weet dat dit een oude vraag is, doch een tijdige informatie hieromtrent kan ieder een enige duidelijkheid over andere lastenveroor- zakende beslissingen en bebouwingssituaties ver schaffen. Is het uitgangspunt in de discussie voor het tweede gedeelte van de subsidie nog steeds ge baseerd op 14.000.000,of is het inmiddels al weer iets gegroeid? Een derde punt ten aanzien van de binnenstad is het feit dat Breda sinds een half jaar de be voegdheid heeft artikel 56 voor de binnenstad toe te passen. De heer Houben heeft daarop gewezen, maar zijn vraagstelling komt waarschijnlijk vanuit een andere achtergrond dan de mijne. Wij hebben als V.V.D.-fractie per brief een aantal vragen aan het college gesteld met betrekking tot de criteria voor het toepassen van artikel 56 van de Woningwet. Onze invalshoek is daarbij dat wij enige voorzich tigheid ten aanzien van deze toepassing zouden willen betrachten, want het is voor de rechtsze kerheid van de burgerij van het grootste belang dat de condities, waarop een eventuele toepassing kan plaatsvinden, bekend worden gemaakt om zodoen de meer extern gezicht te geven aan het beleid ten aanzien van de woningbouw en de woonfunctie in de binnenstad. Hoe staat het met de beantwoording van deze door onze fractie gestelde vragen? Een laatste punt met betrekking tot de bin nenstad is het feit dat de aanwijzing van Breda als groeistad enorme consequenties kan hebben voor de functie van deze binnenstad. De vraag rijst wat de capacitatieve draagkracht van de bin nenstad is. Dit laatste is niet gericht op de ver zorgingspotentie doch uitsluitend op verzorgende functies in de zin van het opvangen van een groter winkelend publiek in de toekomst. Dit heeft zeker enige relaties met het distributie-planologisch onderzoek. Hoe staat het thans met dit laatste

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1820