1823 11 NOVEMBER 1976
(Avond)
opzet van de woningbouw, zodat in de toekomst ook
in deze zin via de doorstromingspolitiek betere
kansen voor de zogenaamde kansarme groepen worden
geschapen.
Mevrouw PAULUSSEN: Namens onze fracties een
korte opmerking over het milieu. In de raadsver
gadering van 17 maart 1975 kon het initiatief
voorstel van de P.v.d.A./P.P.R.-fracties door een
ordevoorstel van de heer Geene niet aan de orde
komen. Het is voor ieder van ons erg interessant
de notulen van deze raadsvergadering nog eens na
te lezen tegen de achtergrond van de discussies,
die tijdens deze begrotingsbehandeling in onze
raad zijn gevoerd. Wij hebben de dingen nog even
op een rijtje gezet. In 1971 is er een beleidsno
ta milieu toegezegd, in 1973 kwam er een informa
tieve nota en wij zagen in het programma van
C.D.A. en V.V.D. dat er op basis van die informa
tieve nota een actief milieubeleid zou worden ge
voerd. Dat baarde ons, zoals Rein Welschen het
toen stelde, nogal wat zorgen en wij hebben toen
gezegd op basis van die informatieve nota geen
beleidsuitgangspunten te kunnen formuleren. Dat
was destijds ook de mening van wethouder Van Dun
en op dat punt zijn wij het dus een keer eens ge
weest. Het C.D.A. stelde in die raadsvergadering
voor dat het college een preadvies over het ini
tiatiefvoorstel zou uitbrengen. De V.V.D. vond wel
een aantal serieuze punten in het initiatiefvoor
stel, maar kon de totale consequentie niet over
zien en steunde het ordevoorstel van de heer Geene.
Wij vonden dat de milieukwestie in een stroomver
snelling moest komen omdat het een zeer belangrij
ke aangelegenheid was, maar er mocht niet over ge
sproken worden. Wat de procedurekant betreft ga ik
nu even in op hetgeen daarna is gebeurd. Inhoude
lijk willen wij graag wat toezeggingen hebben en
dan kunnen wij er op een ander moment inhoudelijk
wat dieper op ingaan; andere mensen in mijn frac
tie zijn op dit gebied namelijk kundiger dan ik.