1825 11 NOVEMBER 1976 (Avond) zich in onze stad een renovatie-, rehabilitatie- en onderhoudsbeleid ontwikkeld, onder andere langs de marsroute van de beide nota's huisvesting en het structuurplan voor de binnenstad. Sedertdien besteden wij veel gemeentelijke inspanning en veel geld wij kunnen de bedragen in deze be groting terugvinden aan bovengenoemde priori teit. Het is daarom verontrustend te moeten con stateren dat de agitatie en de onrust in onze stad rond renovatie- en opknapbeurten ik denk hierbij aan de brieven van de wijkcomités Heuvel kwartier, Tuinzicht, Westeinde en het Breda's Actiecomité Stadsvernieuwing omgekeerd evenre dig zijn met de kosten en de moeite die wij aan het instandhouden van de oude wijken besteden. De laatste tijd spitsen de moeilijkheden zich blijk baar dermate toe dat uw college het besluit geno men heeft voor alle activiteiten rond renovatie- en opknapbeurten een half jaar pas op de plaats te maken. U zegt verder dat u de raad beleidsuit spraken wilt ontlokken en dat u de raad voor de financiële consequenties wilt zetten. Alhoewel het wellicht nog te vroeg is om het in de commis sie openbare werken toegezegde totaalinzicht te verstrekken, zouden wij u bij deze begroting wil len vragen enige indicatie te geven van de rich ting waarin wij als raad zullen worden uitgeno digd te gaan denken. Is de rijksnormstelling on voldoende? Is de gemeente budgettair en qua man kracht voldoende of onvoldoende geëquipeerd om haar verplichtingen na te komen? In gesprek met de wijkcomités ervaren wij herhaaldelijk dat de huurders van gemeentewoningen zich tekortgedaan voelen. Zij betalen huurverhogingen en menen dat deze aangewend moeten worden voor het opknappen van hun huizen. Geconfronteerd met extra doorbe rekeningen na opknap- en renovatiebeurten voelen zij zich bekocht. Meer inzicht in de opbouw van onderhoudsfondsen, risicoreserves en herkomst van woningcomplexen zou ook de huurders meer duide lijkheid verschaffen. Gesprekspartners, die een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1825