1843 11 NOVEMBER 1976
(Avond)
spaarzame vakantiedagen bij mij in de bakkerij
heeft doorgebracht. Het vorig jaar verweet de heer
Crul de collegeleden dat zij elkaar, ieder vanuit
zijn eigen winkeltje, beconcurreerden. De tekenaar
maakt de grote samenhang van het college op voor
treffelijke wijze duidelijk: de attracties kunnen
geen van alle zonder elkaar. Wij blijven bij de
kraam van de heer Van Dun, want anders zouden wij
afdwalen. Velen van u zullen ongetwijfeld weten
dat juist in de visserij en in de vishandel diver
se subsidies worden verleend. Ik wijs alleen maar
op de subsidie die je kunt krijgen als je een rij
dende viswinkel begint. Die subsidies worden ver
strekt door de hogere overheid en ook deze wet
houder is wat zijn beleid betreft vaak afhankelijk
van de diverse vormen van subsidie. Het moet mij
van -het hart dat deze man en zijn assistenten de
bronnen die bij de hogere overheid aanwezig zijn
en die soms ook nog niet aanwezig zijn met
niet aflatende ijver 'trachten op te sporen. Al is
het desnoods midden in de nacht, zij vertoeven in
Den Haag of in Den Bosch om te bereiken hetgeen
zij zich ten doel hebben gesteld. Hiervoor zou ik
namens mijn fractie grote waardering willen uit
spreken.
Wij kijken verder naar de kraam en zien de
wethouder met oren, zo groot als geen progressieve
wethouder ze zou kunnen hebben. Oren die luisteren
willen naar alle groeperingen van de Bredase be
volking, die op een ieder in zijn eigen waardig
heid latende wijze met hem willen spreken. Zij
vinden bij hem allemaal gehoor en de vraag van het
dochtertje van de heer Van Dun, waarom haar papa
zulke grote oren heeft, is hiermee ook weer beant
woord. Wij zien echter ook dat de exploitant in
overtreding is, want wij zien verschillende waren
buiten de kraam staan. Wij zien ook twee deskundi
gen voorbij lopen, dat zij deskundig zijn meen ik
te mogen opmaken uit hun uitspraak: "Wat heeft die
man veel soorten vis in zijn kraam, en zo'n hoop!".
Kan de wethouder zijn kraam blijven voorzien? Bij