1851 11 NOVEMBER 1976
(Avond)
mij bijzonder.
Vervolgens vraagt de heer Van Duijl aandacht
voor de Houtmarkt. Hopelijk vindt hij het goed dat
ik daarop terugkom naar aanleiding van de vraag
stelling van de heer Lambregts. De Haagdijk-over-
steek heeft op dit moment niet de hoogste priori
teit; er zijn verschillende urgente kwesties en ik
wil duidelijk stellen dat de oversteek er niet op
korte termijn komt. Met één punt uit de toespraak
van de heer Van Duijl zit ik wat moeilijk. Wij
hebben al in twee instanties gesproken over de
wegsituatie Breda-Zuid. Ik geloof dat wij niet we
derom moeten gaan breien, maar wij vinden de
standpunten van de minister van Verkeer en Water
staat ter zake van het uitstellen van de aanleg
van rijksweg 58 en de daarmee samenhangende pro
blematiek van het aanhaken van de S-ll onverteer
baar. Het college is blij zich geruggesteund te
weten door een motieaangeboden door de heer Van
Duijl namens de beidé fracties. Ik heb dan ook de
hoop dat deze motie door de raad ruimschoots zal
worden ondersteund. Ik heb het er wel wat moeilijk
mee, want ik zit nu met twee moties. Het hele ver
haal gaat een beetje op Peyton Place lijken. Ja
ren geleden heeft de raad praktisch unaniem een
motie inzake hetzelfde punt aangenomen; ik meen
dat mevrouw Van Nes toen de enige was die heeft
tegengestemd. Uit de opmerkingen van de heer Hou-
ben heb ik begrepen dat hij niet zo staat te trap
pelen de voorliggende motie te ondersteunen, maar
ik hoop toch dat wij de minister van Verkeer en
Waterstaat een sterk standpunt kunnen overbrengen.
De motie wordt in ieder geval gaarne door het col
lege overgenomen en ik neem aan dat de voorzitter
haar vrijdagavond in stemming zal brengen.
Ik ben blij dat de heer Van Duijl een punt
heeft aangeroerd waar wij vanavond niet uitkomen,
maar dat toch kennelijk de bezorgdheid van zijn
fractie heeft. Ik doel op de mentaliteit van de
weggebruiker in Breda. Ik moet zeggen dat wij het
gehele verkeer prioriteit geven. Wij proberen