11 NOVEMBER 1976 löoz (Avond) moeilijke situaties zo goed mogelijk te begelei den, maar wij zijn nergens als de Bredase wegge bruiker zich niet houdt aan hetgeen in de Wegen verkeerswet is neergelegd. Dit is voor mij in emotioneel opzicht altijd een ongelooflijk moei lijk punt. Ik heb het voorrecht al zes jaar lang verkeersdiploma1s te mogen uitreiken aan kinderen uit de vijfde klas van de basisschool en ik vind dat altijd een verrukkelijk gebeuren. Als je het fanatisme ziet waarmee de kinderen daarvoor stu deren en de enorme blijheid als zij het diploma krijgen, ben je verrukt. Aan de andere kant is het onvoorstelbaar dat men, als men iets anders gaat doen of zich bijvoorbeeld een brommer aan schaft, de totale opleiding vergeet en zijn men taliteit volstrekt ombuigt. Wat je op het ogen blik op straat ziet is gewoon niet te geloven. Naast het treffen van technische en materiële maatregelen proberen wij intern ook ideeën te ont wikkelen om te komen tot een stuk nazorg voor die gediplomeerden. Misschien moeten wij met ons ver- keersonderwijs wel verder gaan dan de basisschool alleen, maar u kunt zich voorstellen dat deze aangelegenheid in samenwerking met mijn collega van onderwijs moet worden besproken. Ik ben het volkomen met de heer Van Duijl eens dat het een probleem is. In dit verband denk ik onder andere aan het door rood licht rijden, het met te hoge snelheden rijden en het niet aangeven van een verandering van rijrichting, hetgeen in vele ge zinnen tot verschrikkelijke drama's leidt. Ik ge loof dat het probleem daarom zeker de aandacht van deze raad verdient. Gaarne wil ik hierover met de commissie ruimtelijke ordening blijven praten, niet alleen om onze beleidsvoornemens aan u voor te leggen maar ook om in een goede wissel werking uw suggesties bij de onze te leggen en zo tot goede oplossingen te komen. Ik ken de heer Houben goed genoeg om te we ten dat hij het niet zo bedoelt, maar als ik hem over onze dienst openbare werken hoor spreken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1852