1853 11 NOVEMBER 1976 (Avond) zou ik bijna gaan denken: je zult die dienst maar hebben! Wat is dat toch een rotdienst! Volgens hem is er eigenlijk niet veel dat goed gaat en op alle door hem genoemde punten schijnt het een doffe el lende te zijn. Ik aanvaard dat niet, maar ik zal niet al teveel moeite doen om de heer Houben te overtuigen. Wij hebben een dergelijk geluid name lijk al vaker van hem gehoord en ik wil mij dan ook beperken tot hetgeen zakelijk aan de orde is. Het eerste "binnenkomertje" van de heer Houben is al een vette; hij suggereert namelijk dat het de bedoeling van het huurreglement is het achterstal lig onderhoud op de huurder te verhalen. Er is vele malen, niet alleen in de raad maar ook in commissieverband, gezegd dat dit niet de bedoeling is. De bedoeling van het huurreglement is het re guleren van een normale huurverhouding tussen huurder en verhuurder in de gemeente Breda. Ik ben het onmiddellijk met de heer Houben eens als hij zegt dat de situatie op dit moment niet voor 100% duidelijk is. Ik ben het ook met hem eens dat wij de uitspraak van de kantonrechter ter zake moeten analyseren, want wij kunnen niet zo een, twee, drie zeggen "sloten moeten wij betalen en daar houdt het mee op"Ik geloof dat wij met de com missie zullen moeten bekijken wat het gevolg van deze uitspraak is, maar op weg naar een normale regularisatie van deze huurverhouding geloof ik dat wij elkaar niet van allerlei dingen moeten gaan betichten. Er is duidelijk gezegd dat de on- derhoudszorg, hoe variabel deze kwalitatief ook beoordeeld kan worden, in de bedoeling van de ge meentelijke verhuurder altijd ontstellend royaal is geweest, zo royaal als men in private verhou dingen buiten de gemeente niet vaak zal aantreffen. De tweede "vette" van de heer Houben is zijn opmerking dat de P.v.d.A. al lang in de gaten had dat er iets met het gemeentelijk woningbedrijf aan de hand was. Gezegend zij het licht der wijzen, maar ik vind dit toch wel een vrij makkelijke op merking. Laat ik proberen te zeggen wat er aan de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1853