1870 12 NOVEMBER 1976.
(Middag)
ik in de gelukkige omstandigheid geweest overleg
met de fractievoorzitters te kunnen plegen over het
verloop van deze dag en vooral over de lengte die
de behandeling van de begroting vandaag in beslag
zou kunnen nemen. Daarbij is uiteraard op vol
strekt vrijwillige basis de afspraak gemaakt dat
men voor vandaag van beraadslagingen in tweede ter
mijn zou kunnen afzien. Dit zou kunnen betekenen
dat wij vroeger klaar zijn dan oorspronkelijk wel
licht werd verwacht. Ik geloof dat het voor ieder
een en alles nuttig is als wij op deze wijze te
werk gaan en ik ben van mening ik hoop dat u
die opvatting deelt dat zulks aan de wezenlijke
behandeling van de begroting geen afbreuk zal doen.
Mede uit het overleg dat ik vanmorgen heb ge
voerd, heb ik begrepen dat men algemeen met deze
gedragslijn wil instemmen. Er is een probleempje
dat misschien in de loop van deze dag zou kunnen
ontstaan, namelijk dat men een bepaald lid van het
college, wanneer in de beantwoording een vraag is
overgeslagen, aan deze vraag zou willen herinneren.
In dat geval zou de vraag moeten kunnen worden her
haald; in het bijzonder is mij zojuist gebleken
dat men zulks verlangt bij de portefeuille die
thans in behandeling is. Ik zou de raad echter wil
len verzoeken heel ernstig rekening te houden met
de gemaakte afspraken, die naar ik aanneem in on
derling overleg verdere instemming hebben verwor
ven. Ik geloof dat dit voor ons optreden, speciaal
vandaag, ook naar buiten toe, van meer dan gewone
betekenis is.
Ik teken hierbij aan dat, wanneer de diverse
amendementen en moties aan de orde zijn, natuurlijk
de gelegenheid tot het afleggen van korte stemver
klaringen bestaat. Mijns inziens kan deze dag door
de hier bedoelde procedure op een voor de stad goe
de en vruchtbare wijze verlopen. Ik doe een drin
gend beroep op de raadsleden zich daaraan te hou
den.