1874 12 NOVEMBER 1976.
(Middag)
voornoemd artikel een duidelijk verschil tussen 2
binnenstad en "buitenstad" zijn. Op korte termijn
zal te dien aanzien, mede op advies van de werk- c
groep binnenstad, de dienst openbare werken en de c
afdeling stadsontwikkeling het een en ander aan de 1
raad worden voorgelegd.
Over enkele vragen die met betrekking tot het
distributief-planologisch onderzoek zijn gesteld, 1
heb ik mij enigszins verbaasd. De leden van de com- I
missie ruimtelijke ordening hebben de onderzoeks- c
vraagstelling, die ter visie heeft gelegen, gezien. 1
Met het onderzoek is een begin gemaakt, een gedeel-
te ervan is reeds afgesloten en de resultaten daar- 1
van worden op het ogenblik verwerkt. We zullen de
raad ruim op tijd met de uitslag van het onderzoek
confronteren. In het kader van de besluitvorming
van 8 en 9 maart 1976 heeft de raad de uitspraak 1
gedaan dat er door middel van het distributief-pla
nologisch onderzoek eerst een jaar zou moeten wor- 1
den gestudeerd op de 'vraag of aan het winkelbestand
in Breda een oppervlakte kan worden toegevoegd die
zich bijvoorbeeld onder andere tot de Maxis ver
houdt. Er wordt aan gewerkt dat de raad daarover
vóór 8/9 maart 1977 kan worden geïnformeerd. Daar
naast heeft de heer Lambregts gevraagd hoe het met
het "alternatief" is gesteld. In de vergadering
van 8/9 maart 1976 heeft de raad een motie aangeno
men waarin het college wordt uitgenodigd tegelijk
met de uitvoering van het distributief-planologisch
onderzoek een plan voor woningbouw op dezelfde
plaats voor te bereiden. We zitten wat dat betreft
op de goede lijn. Allereerst is van de kant van de
gemeente aan de drie woningbouwverenigingen ge
vraagd welke vereniging in de planontwikkeling ter
zake wenste te participeren. Het gesprek tussen de
woningbouwverenigingen heeft enige tijd geduurd
voordat men het erover eens was welke vereniging
dat zal gaan doen. Het antwoord is nu binnen, het
geen inhoudt dat wij tezamen met de woningbouwver
eniging, onze stedebouwkundige afdeling en de ont
wikkelaar ter plaatse eveneens vóór 8/9 maart a.s.
üi