1876 12 NOVEMBER 1976. (Middag) panden gesteld, waarbij hij als voorbeeld de Baro nielaan heeft genoemd; ook van de kant van P.v.d.A./PPR. is daarop naar ik meen ingegaan. We zouden verstoppertje spelen als we de raad nu geen mededeling zouden doen van de laatste ontwik kelingen dienaangaande. Het ligt in het voornemen van de dienst openbare werken om, na onderzoek van de panden die niet alleen op bouwtechnisch gebied maar ook wat de omgeving betreft, van slechte kwa liteit zijn, aan het college een voorstel te doen dat erop neerkomt dat in samenwerking met particu lieren naar in de functie van de Baronielaan pas sende nieuwe woonbebouwing zou moeten worden ge zocht. Via het college zal een daartoe strekkend voorstel eventueel ook de raad bereiken. Mevrouw Paulussen is nogal fel van leer ge trokken over de procedure terzake van het milieu. Ik geloof dat zij in haar historisch overzicht één item is vergeten, maar ik zal bij het eind van haar betoog beginnen:' zij heeft een dreigement aan het adres van het college laten horen, inhoudende dat wij binnen vier maanden met alle stukken op tafel moeten komen, want dat anders van de kant van P.v.d.A./P.P.R. initiatieven terzake zullen worden genomen Mevrouw PAULUSSEN: Wij willen harde toezeggin gen op dit punt.' Wethouder VAN DUN: Dat is naar mijn mening globaal hetzelfde. De periode van vier maanden die mevrouw Paulussen heeft genoemd, hebben we niet nodig, want ik meen te weten dat men tot een resul taat is gekomen; dit resultaat is echter anders dan ik het zelf had bedoeld. Terecht heeft mevrouw Paulussen erop gewezen dat het verhaal met het inititiatiefvoorstel van de heer Welschen begint. Vervolgens kregen we te maken met het ordevoorstel van de heer Geenewaar na de raad tot de uitspraak kwam dat is eigen lijk de kern van de zaak -- dat over het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1876