12 NOVEMBER 1976. 1883 (Middag) sie, terwijl men op de derde plaats de doelstelling van het onderzoek wil aanpassen. Wij stellen ons op het standpunt dat wij hier niet alléén over kun nen beslissen, maar dat tezamen met het bouwcentrum zal moeten worden bekeken in welke mate het beschik bare budget aan de wensen van de wijkcomité's tege moet kan worden gekomen. Voor ons zelf hebben wij de indruk dat wij daarover nog een maand of twee moeten praten, studeren en communiceren, zodat men over twee maanden een aangepast voorstel zal kunnen verwachten waarin wij zullen trachten aan de wen sen van de comités zo veel mogelijk tegemoet te komen Mevrouw PAULUSSEN: Mag de commissie openbare werken het verslag van deze besprekingen zo snel mogelijk ontvangen? Wethouder VAN DUN: Voor zover er een verslag is gemaakt, zeg ik dat graag toe. Ik ben er niet zelf bij geweest; de heer Havermans van de dienst openbare werken heeft met zijn functionarissen aan dit gesprek deelgenomen. Aan het slot van haar betoog is mevrouw Van Rooij ingegaan op de moeilijke gevallen bij het gemeentelijk woningbedrijf. Zij heeft een beroep op de woningbouwverenigingen gedaan het gemeente lijk beleid te dien aanzien te volgen. Ik hoop dat mevrouw Van Rooij het goed vindt als ik daar bij de beantwoording van mevrouw Muntjewerff op terug kom. Mevrouw Muntjewerff heeft namens P.v.d.A./ P.P.R. het hoogst merkwaardige amendement nr. 2 ingediend, waarin wordt voorgesteld de claims bij de dienst beplantingen te schrappen en het daar door vrijgekomen bedrag aan de oprichting van een eventuele stadsvernieuwingscorporatie te besteden. Afgezien van mijn eigen standpunt en het standpunt van het college, koint het mij wat merkwaardig voor ik heb dat gisteravond reeds gezegd dat de heer Houben in zijn betoog aandacht heeft geschonken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1883