1884 12 NOVEMBER 1976. (Middag) aan het teruglopen van het onderhoud bij de dienst beplantingen, maar desondanks bereid is mogelijkhe den terzake ten behoeve van andere activiteiten in te leveren. Ik neem aan dat een en ander ondanks de zorgelijke opmerkingen van de heer Houben op een prioriteitstelling van de federatie van frac ties berust, maar ik vind dat men die opmerkingen dan niet zou moeten maken. Het bedrag van 150.000,voor beplantingen is samengesteld uit het beroemde bedrag van 100.000,-- waar we in de commissie over hebben gesproken en och- armJ 50.000,voor het onderhoud van het openbaar groen in de Haagse Beemden. Afgezien van het feit dat een bedrag van 50.000,tegen de achtergrond van de taakstelling die er in dit ge bied voor de dienst beplantingen ligt, een fluitje van een cent is, zijn b. en w. van mening dat het schrappen van dit bedrag onaanvaardbaar is, onder meer omdat de bewoners van de Haagse Beemden, nu zij bewoners van Breda zijn geworden, recht hebben op een gelijkwaardig onderhoud van hun eigen grond gebied. Daarnaast moeten we aandacht schenken aan het overboeken van een bedrag ten behoeve van het denkbeeld van een stadsvernieuwingscorporatie. Het college is niet vies van dat denkbeeld, maar wij vinden het gewoon te vroeg om een start te maken. Men weet dat wij op weg zijn naar een sociaal plan voor de binnenstad, waarbij het de bedoeling is in samenspraak met de bewoners tot een samenwerkings vorm te komen waarin stadsvernieuwingsideeën kunnen worden geproduceerd. Een stadsvernieuwingscorpora tie is daarbij één van de mogelijkheden. Daarnaast kan worden gedacht aan commissies ex artikel 61 van de gemeentewet, aan projectgroepen of aan de tot nu toe bestaande manier van contact onderhouden tussen ambtenaren, college en bewoners. Ik geloof niet dat je zonder meer moet zeggen dat de stads vernieuwingscorporatie het enige dekseltje is dat op de ingewikkeld gevormde pot past. Naar mijn op vatting moeten wij daar gezamenlijk overleg over plegen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1884