1888 12 NOVEMBER 1976. (Middag) Wethouder VAN DUN: Moet ik nu mijn betoog ver volgen? De VOORZITTER: Wellicht is er iets over de vraag van de heer Crul te zeggen. De heer GEENE: Wij staan achter de motie inza ke de bevordering van het eigen woningbezit en de verkoop van woningwetwoningen. Het is bekend dat de bevordering van het eigen-woningbezit een item van het C.D.A. is. De VOORZITTER: De vraag is hiermee beantwoord en de heer Van Dun kan zijn betoog vervolgen. Wethouder VAN DUN: Mevrouw Muntjewerff heeft gevraagd wanneer in Princenhage De heer CRUL: De wethouder staat dus ook ach ter die motie? Wethouder VAN DUN: In de interpretatie die ik eraan geef wèl. De heer GEENE: Daar moet geen misverstand over ontstaan. De motie bevat toch een duidelijke clau sule waardoor er ruimte is voor het noodzakelijk oplossen van noodsituaties. Als een woningbouwvere niging op een andere manier het eigen-woningbezit denkt te kunnen bevorderen, past dat ook in de mo tie. Zo is zij althans wèl bedoeld. Wethouder VAN DUN: Ter voorkoming van misver standen mag ik misschien een aanvulling op de op merkingen van mijn fractievoorzitter en van de heer Crul geven. De motie behelst drie dingen, op de eerste plaats de bevordering van het eigen-woning- bezit, zonder dat het oplossen van huisvestingspro blemen wordt bemoeilijkt Mevrouw PAULUSSEN: Dat is met elkaar in strijd.'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1888