12 NOVEMBER 1976. 1889 (Middag) Wethouder VAN DUN: Dat kan tegenstrijdig zijn en ik meen dan ook dat we naar aanleiding van het derde punt van de V.V.D./C.D.A.-motiealsmede naar aanleiding van de motie van mevrouw Muntjewerff, eens goed moeten nagaan waar we over praten. Is het inderdaad zo dat door de verkoop van woningwetwo ningen het oplossen van huisvestingsproblemen sig nificant wordt bemoeilijkt? Als dat de interpreta tie mag zijn, zal ik ervoor zorgen dat zulks in de voor het voorjaar van 1977 toegezegde nota boven water zal komen. Vervolgens zullen we naar bevind van zaken moeten handelen. Deze interpretatie heb ik gisteren aan de heren Dees en Geene duidelijk gemaakt en ik zou haar ook aan mevrouw Muntjewerff willen voorstellen. De heer CRUL: Dus in feite staat een deel van het college achter de intentie van de motie van me vrouw Muntjewerff. Wethouder VAN DUN: Mevrouw Muntjewerff vraagt in haar motie aan het college op korte termijn een onderzoek in te stellen naar de mate waarin de ver koop van woningwetwoningen aan bewoners het huis vestingsbeleid bemoeilijkt. Ik heb een dergelijk onderzoek toegezegd, want het C.D.A. en de V.V.D. hebben om hetzelfde onderzoek gevraagd, zij het vanuit een ander vertrekpunt. In feite zijn echter de twee onderzoeken precies gelijk en ik heb er dan ook geen moeite mee en zal in het voorjaar van 1977 aan de hand van de juiste cijfers graag met de raad over dit onderwerp spreken. Mevrouw Muntjewerff heeft nog gevraagd wanneer de eerste paal van Princenhage-West II kan worden geslagen. Ik geloof dat we langzamerhand stikken van de "palen" en ik hoop dat het zo blijft. Ze zullen niet uit de grond getrokken worden, maar er met de punt naar beneden ingeslagen worden. Voor het slaan van de eerste paal in Princenhage-West II gokken we op maart 1977. De heer Lambregts heeft enige vragen gesteld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1889