1892 12 NOVEMBER 1976.
(Middag)
zou postvatten dat het gesprek speciaal met het oog
op de bijeenkomst met de gedeputeerde zou worden ge
organiseerd, refereer ik eraan dat mij van de kant
van de raad is verzocht zulks te doen.
Aangezien andere opmerkingen van de heer Lam-
bregts reeds aan de orde zijn geweest, kom ik thans
toe aan het betoog van de heer Veelenturf, die niet
ten onrechte een pleidooi heeft gehouden voor een
althans voor ons nieuwe kansarme groep in
Breda: de middenstanders, de kleine detaillisten die
in moeilijkheden geraken. Hij heeft in dit verband
over de ongebreidelde schaalvergroting gesproken.
Voor alle duidelijkheid wil ik hem zeggen dat hij
deze opmerkingen best aan mijn adres mag richten.
Er zijn raakvlakken met de portefeuille van mijn
collega Van Graafeiland maar de distributieve pla
nologie hoort hier thuis. Ik wil op dit punt kort
en duidelijk zijn. Ik geloof dat de nieuwe vormen
van bewinkeling die ontstaan, moeten worden geres
pecteerd. Dit betekent dat we in nieuwe ontwikke-
lings- en bebouwingsplannen met nieuwe vormen van
bewinkeling rekening moeten houden; deze nieuwe
vormen moeten dan worden ingepast op een plaats
waar zij de andere vormen van nering niet schaden,
op een plaats die voor het verkeer gemakkelijk be
reikbaar is en op een plaats die in het belang van
de consument is. Dienovereenkomstig zal worden ge
handeld en ik kom daarmee meteen op de enorme pro
blematiek van de op het ogenblik bestaande groot
schalige bedrijven die in garages, toevallig leeg
gekomen panden, veilinghallen en dergelijke kruipen.
Het is erg jammer dat wij daar bijzonder weinig
aan kunnen doen. De ontwikkeling is een ramp voor
het verkeer en voor een goed en evenwichtig opge
bouwd distributiepatroon; zodra we een been hebben
om op te staan, bijvoorbeeld door zelfs tot de Hoge
Raad toe een kort geding aan te spannen, zullen we
ingrijpen, zoals we dat ook in het verleden hebben
gedaan. Het enige instrumentarium dat we hebben,
wordt gevormd door onze bebouwingsverordening en de
bestaande bestemmingsplannen. Waar we stappen kunnen