12 NOVEMBER 1976. 1893 (Middag) og ondernemen, zullen we dat doen, maar men dient te ge- bedenken dat we ten aanzien van de bestaande situa- t ties bijzonder weinig mogelijkheden hebben. Dit be tekent dat we juist bij een nieuw plan als de Haag se Beemden ervoor moeten zorgen dat we de gang van ns zaken zo gedetailleerd mogelijk "in de klauwen hou- et den", terwijl we tegelijkertijd moeten proberen op Bredaas grondgebied een toekomst te verschaffen aan de middenstanders die wellicht de dupe zijn gewor- die den van deze ontwikkeling waar we geen van allen d iets aan kunnen doen. Ik wil het gesprek graag blij ven voeren. Zijn collega-middenstander Van Asseldonk, die eveneens enige opmerkingen heeft gemaakt, is helaas afwezig. Ik had graag met hem gesproken over de vis- situatie in Breda, die op bepaalde punten schrij nend is, maar ik meen dat het niet correct is daar bij zijn afwezigheid op in te gaan. Ik hoop dat hij - mij toestaat dat nog eens a deux te doen. Wèl wil ik graag ingaan op de zakelijke vragen die hij heeft gesteld. De vraag of de "kraam" de portefeuille van deze wethouder niet te groot is, kan ik gemakke- lijk afdoen door erop te wijzen dat de raad daar niets mee te maken heeft en dat de portefeuille- in -indeling een zaak is die het college regardeert; :- zo is het formeel ook. Er zijn ogenblikken waarop >- je denkt dat de omvang misschien wat kleiner zou kunnen zijn, maar aan de andere kant meen ik dat r het zijn voordelen heeft bij elkaar behorende vraag- >en. stukken zo veel mogelijk binnen één onderdeel van het gemeentelijk apparaat, binnen één portefeuille en binnen één commissie te houden. Mijns inziens heeft overigens de heer Van Asseldonk geen verande- m ring op dit ogenblik bepleit, maar alleen met het ige oog op de vorming van toekomstige colleges een sug- re gestie gedaan. Men zal er zijn voordeel mee moeten m doen Op de vraag hoe groot de uitbreiding van het de personeel van de dienst openbare werken is, zou men ik als volgt willen antwoorden. Het is moeilijk een A

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1893