12 NOVEMBER 1976. 1899 (Middag) buitengebied een oplossing wordt bereikt, maar wan neer de motie van de heer Van Duijl in stemming komt, zullen wij ons standpunt definitief bekend maken. Wellicht zullen wij nog een aanvulling op de moti e voor s te1len Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik heb een reactie van de wethouder op het door mij ingediende amendement nr. 3 gemist. Daarnaast wil ik nog even ingaan op de twee ter tafel liggende moties over de verkoop van wo ningwetwoningen. In de motie van de heren Dees en Geene wordt reeds een uitspraak gedaan, terwijl wij met onze motie beogen eerst de resultaten van het onderzoek op tafel te krijgen om vervolgens een uit spraak te kunnen doen. Het onderzoek moet onzes in ziens aan het doen van een uitspraak vooraf gaan en ik zou graag van de heren Dees en Geene willen ver nemen of zij die mening delen. De heer DEES: U vraagt alleen maar om een- on derzoek inzake het sociaal huisvestingsbeleid. U vraagt geen onderzoek met betrekking tot het eigen- -woningbezit en de wensen die daaromtrent leven. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik heb er volstrekt geen bezwaar tegen dat dat aspect in het onderzoek wordt betrokken. De heer DEES: Dan is uw motie overbodig en kunt u onze motie steunen, want deze bevat beide elementen Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: U hebt al een uitspraak gedaan en daar willen wij nog even mee wachten De heer DEES: Dus daarover bestaat verschil van mening. U bent het er dus niet mee eens dat, zoals ook de regering vindt, het eigen-woningbezit met kracht moet worden bevorderd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1899