1908 12 NOVEMBER 1976.
(Middag)
We hebben voorts begrepen dat er een nota inzake
de kindercentra en een recreatienota op stapel
staan.
Na deze algemene opmerkingen van de kant van
onze fractie wil ik nader op enkele punten ingaan
en er wat vragen over stellen. In de eerste plaats
iets over de subsidiëring van de sport. Wij zijn
van mening dat de subsidiëring van de sport men
kan daar als men wil ook N.A.C. bij betrekken
nogal gebaseerd is op toevallige en daardoor vaak
niet helemaal rechtvaardige gronden. Ik doel hier
in het bijzonder op het verschil in directe en in
directe subsidiëring. Het is mij bekend dat het
college dit verschijnsel onderkent, maar ik zou
b. en w. willen vragen aan de rechtvaardige toede
ling en berekening van de subsidies en aan het on
derzoek daartoe in het komende jaar hoge prioriteit
te geven
In de tweede plaats wil ik iets zeggen over
de adviesraden in deze sector, de sportstichting
en de jeugdadviesraad. Het is te verwachten dat in
1977 beide adviesorganen een andere opzet zullen
krijgen. Een en ander is gebaseerd op hetgeen wordt
vermeld in het rapport van het provinciaal opbouwor-
gaan en in het preadvies van het college. Zonder
op dit preadvies, dat nog in de raad aan de orde
moet worden gesteld, te willen ingaan, zou ik het
college willen vragen nu reeds rekening te houden
met de opvattingen van de adviesraden zelf, die in
beide gevallen afwijken van de visie van het colle
ge. Onze fractie hecht veel waarde aan de eigen me
ning van de adviesraden.
Ten aanzien van de jaarlijkse vaststelling van
de zwembadtarieven geloven wij dat het aanbeveling
verdient een ander uitgangspunt te kiezen dan tot
nogtoe werd gehanteerd. Met ons pleidooi voor een
ander uitgangspunt streven wij een rechtvaardiger
beleid na. Zoals ik in de commissievergadering reeds
heb toegelicht, menen wij dat de tarieven niet meer
op grond van de exploitatietekorten per afzonderlijk
zwembad moeten worden berekend. Voor alle