1924 12 NOVEMBER 1976. (Middag) succes een sollicitantenbank hanteert. Ik zou b. en w. naar de stand van zaken in dezen in Breda willen vragen. Half november start het uitzendbureau stads gewest Breda. Ik heb de indruk dat het gemeentelijk apparaat vrij veel gebruik van uitzendkrachten maakt en ik zou b. en w. dan ook willen vragen zo veel mogelijk van dit instituut gebruik te maken, niet uit overwegingen van concurrentie maar omdat de doelstellingen van dit uitzendbureau mede door deze raad onderschreven duidelijk verschillen van de doelstellingen van meer commercieel inge stelde bureaus. Mijnheer de voorzitter. Aan het begin van de ze begrotingsbehandeling hebt u de verzuchting ge slaakt dat een kort woord ook een goed woord kan zijn. Ik hoop dat u het mijne niet te lang hebt ge vonden De heer DREEF: Ook wij zullen trachten iets over de begroting van economische zaken te zeggen. Voordat ik op de werkgelegenheidsproblematiek in het algemeen inga, wil ik eerst enkele opmerkingen over het functioneren van de commissie economische za ken maken. In die commissie wordt vriendelijk ge praat en worden vragen netjes beantwoord, maar blij ven naar onze mening onderwerpen die voor de Bre dase werkgelegenheid van belang zijn, in feite een beetje buiten discussie. Het is niet duidelijk welke nota's het ambtelijk apparaat thans voorbereidt. Nota's worden niet tussentijds ter bespreking aan geboden, opdat men de opvattingen van de raad er nog in kan verwerken. Het college zegt vaak in onder handeling met vestigingskandidaten te zijn, maar we zien er maar weinig echt kómen. Waarom springen de meeste onderhandelingen af? Laatst is zoiets nog ge beurd door een mededeling van wethouder Van Dun tijdens een C.D.A.-bijeenkomst voor de bewoners van de Haagse Beemden. Het is niet duidelijk of het college nu wel of niet iets doet aan de grote zaken, zoals pogingen om het rijk bij het industrieschap

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1924