1930 12 NOVEMBER 1976. (Middag) economische zaken alleen verzoekt het college een nieuwe nota samen te stellen waarin enerzijds de belangrijke delen uit oude nota's en anderzijds de gevraagde aanvullingen zijn opgenomen, deze nota in een extra raadsvergadering te behandelen, en gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend door de heren Paquay, Crul, Welschen en Dreef. Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Dreef c.s. mede onderwerp van beraad slaging uit. De heer DREEF: Belangrijke problemen in Breda die wij in dit kort tijdsbestek even willen aan stippen, komen in het vervolg van mijn betoog aan de orde Allereerst iets over het relatief tekort aan werkgelegenheid in de dienstensector, waarbij wij de mogelijkheid tot enige groei erkennen. Onze zorg is dat de groei door automatisering beperkt zal zijn, dat het college te veel op deze kaart alléén zet en dat Breda een te zware claim op slechts één maal in West-Brabant voorkomende instituten wil leggen, vergetend dat overleg met andere plaatsen in deze helft van de provincie noodzakelijk is. Vandaag hebben wij in de krant een grote kop kunnen lezen, inhoudende dat West-Brabant opnieuw een slag heeft getroffen: de Etna wil 129 man kwijt. Gezien het debat van juli jl. over de Etna, dat ik overigens zelf niet heb bijgewoond, meen ik te kunnen vaststellen dat de meerderheid van de raad voor deze problematiek mede verantwoordelijk is, omdat zij het door het college gevoerde beleid heeft gesteund en alleen haar verontrusting heeft uitgesproken. Wij hadden erop aangedrongen dat in het kader van de verantwoordelijkheid van deze raad overleg met Internatio Müller over deze kwes tie zou worden gepleegd. A

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1930