12 NOVEMBER 1976. 1937
(Middag)
benadering van deze sector betreft, volkomen op de
zelfde golflengte en ik verwacht dan ook te dien
aanzien geen problemen.
De positieve opmerkingen die over deze sector
zijn gemaakt, zal ik gaarne in de richting van de
dienst doorspelen.
De heer Lambregts heeft gevraagd hoe het met
de Pluu staat en wat de activiteiten van die groep
zijn. Ik ben het met hem eens dat de totstandkoming
van de Pluu in feite gebaseerd is op de volharding
van iedereen die erbij betrokken is geweest. In no
vember zal het voorstel inzake kredietverlening en
onderhandse aanbesteding van de verbouwing van het
pand in de raad aan de orde komen. Door de Pluu
wordt samen met de dienst jeugd en sport eigen
lijk moet ik het omgekeerd zeggen -- gewerkt aan
een subsidieregeling, een rechtspositieregeling
voor het personeel en de statuten voor het jonge
rencentrum. Verwacht mag worden dat in het begin
van 1977 aan de hand van die bescheiden kan worden
beslist over de definitieve subsidievaststelling
voor de Pluu. Als de raad op het voorstel tot kre
dietverlening positief beslist, zal het genomen
besluit aan gedeputeerde staten worden voorgelegd.
We hebben met de Pluu afgesproken dat we die proce
dure zo kort mogelijk zullen maken door er bij ge
deputeerde staten op aan te dringen hun beslissing
te bespoedigen. Volgens de planning zal dan in ja
nuari met de verbouwing kunnen worden begonnen en
zal, als alles goed loopt, het jongerencentrum in
mei 1977 kunnen starten.
Naar aanleiding van de vraag van de heer Lam
bregts naar de activiteiten van de Pluu zou ik het
volgende willen zeggen. De heer Lambregts is ervan
op de hoogte dat in het jeugd- en jongerenwerk in
Breda voor wat de categorie van twaalf tot dertien
jaar betreft vrij goed is voorzien; op wijkniveau
is voor die categorie vrij veel te doen: jeugd-ac-
tiecomité's, scouting, hobbyclubs, jeugddrumbands
en dergelijke. Dat geldt echter niet voor jongeren
van wat hogere leeftijd, die een grotere actieradius,