12 NOVEMBER 1976. 1947 (Middag) zullen als de raad ons volgt de tarieven van de Wisselslag voor 1977 niet worden verhoogd. Ik ben het met de heer Martens eens dat een goed onderzoek moet worden ingesteld voordat we tot de invoering van passe-partouts komen. De commissie is daarover overigens geïnformeerd. Op vragen van de heren Martens en Van Dongen kan ik antwoorden dat volgens mijn inlichtingen de werkelijke gang van zaken ten aanzien van Het Ei niet bij de planning achterloopt. Nu de aannemer, de architect en het plan bekend zijn, zal wellicht met het slopen van het huidige bad iets eerder moe ten worden begonnen dan de goedkeuringsprocedure is afgerond, maar ik denk niet dat dit bij iemand op enig probleem zal stuiten. Zoals de zaken er nu voorstaan, zal er in het seizoen 1978 kunnen wor den gezwommen. Er zijn vele opmerkingen over de tarieven ge maakt, maar in verband met de gewenste kortheid van de discussie zou ik willen voorstellen dat deze opmerkingen worden behandeld in de raadsvergadering waarin het voorstel met betrekking tot de tarieven aan de orde zal komen. Met betrekking tot de voor gestelde verhoging van de tarieven voor de gymzalen zou ik nog willen zeggen dat een stijging van 8,50 tot 10,inderdaad op een percentage van 17,5 neerkomt. Ik doel hier op de tariefverho- ging van 1,50 per uur voor verenigingen en als men bedenkt dat een vereniging gemiddeld met vijf entwintig man van een gymzaal gebruik maakt, ziet men dat er per deelnemer een bedrag van 0,06 in het geding is. Ik sla daar persoonlijk niet van achterover en ik meen dat het percentage van 17,5 er wel enigszins door wordt gerelativeerd. De zienswijze van de heer Martens op de zelf werkzaamheid bij verenigingen komt niet geheel met onze ervaringen overeen. Onze ervaring is dat de verenigingen nu niet zo lopen te gillen om allerlei werkjes op de sportterreinen op te knappen. Er is een verschil tussen regelmatig terugkerende werk zaamheden zoals het belijnen van velden enerzijds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1947