12 NOVEMBER 1976. 1949
(Middag)
subsidieregeling voor clubhuizen en dergelijke. Wij
kennen aan de clubhuizen een belangrijke sociale
functie toe, omdat zij de verenigingsband verster
ken. Gedacht wordt aan een 30/30/30/-regeling, waar
bij men 30 zelf moet betalen, 30 door de gemeen
te wordt betaald en voor 30 een garantie op een
door de betrokken vereniging te sluiten lening
wordt verleend. Ik meen dat wij op die manier het
eigen initiatief van de verenigingen heel duidelijk
honoreren. Het staat allemaal in de nota.
De sociale functie van de clubhuizen is een
duidelijke basis voor ons beleid in dat opzicht. In
hoeverre het mogelijk is in de toekomst de clubhui
zen in de wijk een bepaalde functie te geven, zal
ik gaarne nader bekijken. In ieder geval moet wor
den voorkomen dat op verschillende plaatsen huizen
van dezelfde soort worden opgericht; ik ben het
wat dat betreft geheel met de heer Van Dongen eens.
De grootte van de sportcomplexen in de Kwak-
kelhutstraat en de Rithsestraat is afgestemd op de
behoefte in de wijken, die onder meer uit de bevol
kingsdichtheden en de leeftijdsopbouw blijkt. Dit
betekent dat we deze sportcomplexen zeker niet klei
ner zullen maken dan ze volgens de plannen zullen
wordenomdat daardoor een problematiek voor de
toekomst in huis zou worden gehaald.
Ik ben blij dat ik over amendement nr.4
niet meer hoef te praten.
Vervolgens kom ik toe aan enkele opmerkingen
naar aanleiding van het betoog van de heer Van Don
gen, die allereerst iets over de Biesbosch heeft
gezegd. Individueel neemt ons college ten aanzien
van dit gebied geen stappen. Er is een gemeenschap
pelijke regeling voor de Biesbosch, in wier bestuur
het college is vertegenwoordigd. Via dat orgaan
wordt bij herhaling bij de rijksoverheid aangedron
gen op participatie. Tot op heden is daar nog erg
weinig van terecht gekomenzodat er in de uitwer
king van het basisplan wel enige vertraging zal ont
staan. Vele van de in het basisplan voorkomende
voorzieningen vooral de recreatieve vergen