12 NOVEMBER 1976. 1955 (Middag) De heer DREEF: De afspraak was dat men bij het onderzoek van de uitgangspunten van de beleidsnota 1973 zou uitgaan. Wethouder VAN GRAAFEILAND: De beleidsuitgangs punten uit de werkgelegenheidsbeleidsnota van 1973 zijn inderdaad basis voor onderzoek geweest, maar het N.E.I. kan zich, gegeven de bevolkingssituatie in Breda, heel goed in die beleidsuitgangspunten vinden. Er is dus wat dat betreft geen enkel ver schil van opvatting. De heer WELSCHEN: Hoewel het natuurlijk erg vervelend is, zou ik nog één keer willen interrum peren. Wij vragen nu al langer dan een half jaar iedere keer uitdrukkelijk of een aantal dingen die met het werkgelegenheidsbeleid te maken hebben eens in deze raad ter discussie kunnen komen. We krijgen iedere keer een nota en dan mogen we over die nota praten. Als we dan over algemene uitgangspunten praten, zeggen ze: "Die zijn niet aan de orde, we praten nu over vierkante meters." De volgende keer wordt er wéér over vierkante meters gepraat en de keer daarop over wat het N.E.I. precies heeft ge zegd zonder dat daarbuiten mag worden gegaan. In dertijd is toegezegd dat we in de raad op dit ogen blik een fundamentele discussie zouden hebben en nu wordt wéér gezegd dat er nota's liggen die ge woon uitgevoerd blijven worden en waarover niet meer hoeft te worden gepraat; ik meen dat dit geen juiste gang van zaken is, zeker niet voor zo'n ge voelige kwestie als de werkgelegenheid. Het is duidelijk dat onze fracties graag mede verantwoordelijk zijn voor een goed werkgelegen heidsbeleid in Breda, dat we met z'n allen zouden moeten kunnen voeren. Wij vragen het college een dergelijk beleid nog eens in werkelijk allerlei facetten ter discussie te stellen. Op die manier kunnen we het er in de raad wellicht over eens wor den en dat lijkt onze fracties erg belangrijk.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1955