1964 12 NOVEMBER 1976.
(Middag)
gemeente via een rijksbijdrageregeling het geld
dat het ministerie aan deze gemeente heeft toege
dacht
De rijksbijdrageregeling is stellig niet vol
doende voor de totale gemeentelijke subsidiëring.
Van de gemeente wordt eveneens een eigen bijdrage
in de subsidie verwacht. De regels zijn al opge
steld en ik heb in een persoonlijk gesprek gemerkt
dat de wethouder hiervan weet.
Zojuist zei ik dat er ook nog een tweede geld
stroom los komt, namelijk het extra bedrag voor
achterstandsituaties. Het zou natuurlijk boeiend
zijn te weten hoe de verhouding tussen de twee
geldstromen zal zijn en of er voor de achterstand
situaties meer mogelijkheden van het ministerie
zullen loskomen. Op vragen en opmerkingen hierom
trent heeft de staatssecretaris nog niet gereageerd.
Overigens is ook hijzoals wel bekend is aan
een zekere budgettering gebonden. In elk geval
staat vast dat voorzieningen op het gebied van de
permanente educatie voor iedereen bedoeld zijn.
In Rijswijk is men zich er terdege van bewust dat
een meerderheid van de massa onverschillig tegen
over verdere ontwikkeling staat; dat is trouwens
maar goed ook, want we zouden een grote belangstel
ling niet onmiddellijk kunnen opvangen, ook in
Breda stellig niet. Men heeft in dit verband wel
eens gedacht aan een educatieplicht tot zevenen
twintig jaar op grond waarvan iemand twee avonden
in de week aan educatie zou moeten besteden. De re
sultaten van de partiële leerplicht bij werkende
jongeren hebben die gedachte echter ver op de ach
tergrond geschoven. Daarnaast zijn er nog andere
zeer ernstige belemmeringen voor het instellen van
een educatieplicht.
Bovendien moet worden bedacht dat men de ge
gadigden toch niet zou hebben kunnen opvangenEr
moet sprake zijn van een langzame mentaliteitsver
andering, wil men de zogenaamde non-participatie
van de massa in dit opzicht opbuigen tot betrokken
heid bij de educatie. Dit zal een zeer langzaam