12 NOVEMBER 1976. 1967
(Middag)
Kerk. Hij vraagt zich af wat daarmee aan de hand
is en hij vindt de situatie wat geheimzinnig. Wel
iswaar staat hier telkens iets over in de krant,
maar wij weten er niet veel van. Graag zou de heer
Gielen willen weten wat de stand van zaken met be
trekking tot de Grote Kerk is.
Een tweede belangrijke vraag is hoe de situa
tie ten aanzien van de Waalse Kerk is. Verleden jaar
is door de werkgroep M 75 een bedrag voor de res
tauratie bijeengebracht en de heer Gielen vraagt
zich af hoe het nu verder met de Waalse Kerk zal
gaan.
Vervolgens de kleine vragen. Namens ons allen
vraagt de heer Gielen zich af of er al iets bekend
is over de restauratie van de poort van het Begijn
hof. Ook vraagt hij zich af wat het beleid zal zijn
ten aanzien van de monumenten die we op het ogenblik
in de stad rijk zijn. De heer Gielen heeft de in
druk dat aan het pand "De Koe" aan de Liesbosstraat
nog steeds niets is gedaan, zeker niet aan de bui
tenkant. Hij weet natuurlijk niet wat er aan de bin
nenkant is gebeurd; dat weten we wanneer het om
restauratie gaat, van ménsen ook dikwijls niet! Vol
gens inlichtingen van de heer Gielen heeft de eige
naar zich niet aan de in het raadsbesluit vastge
legde afspraken gehouden. Mede naar aanleiding van
opmerkingen van enkele bewoners van de Liesbosstraat
wil de heer Gielen daarop attenderen.
De heer HENDRIKSEN: Tijdens de algemene be
schouwingen van dinsdag is gezegd dat kritische
mensen lastige mensen zijn, die men echter niet kan
missen. Luce Paulussen heeft in dit verband Nyerere
geciteerd en de burgemeester bleek diens uitspraak
te kunnen onderschrijven. Toen we later op de avond
de wethouder van cultuur over ons functioneren in
deze raad hoorden spreken, leek de conclusie te
moeten zijn dat hij het citaat bepaald niet kan on
derschrijven. Hij begon te zeggen dat er in de com
missie een sfeer van wantrouwen zou zijn gegroeid,
die het werken erg onprettig had gemaakt; volgens