1970 12 NOVEMBER 1976.
(Middag)
die hier vanuit verschillende hoeken is geformu
leerd.
De problematiek van de ontwikkelingshulp zou
met de permanente educatie in verband kunnen wor
den gebracht. We hebben onze verbazing erover uit
gesproken dat de wethouder over de ontwikkelings
hulp niet aan het woord is geweest. Toen we in de
commissievergadering ons voorstel deden, zijn we
met een soortgelijk verschijnsel geconfronteerd,
aangezien noch van de wethouder, noch van de andere
fracties een reactie op ons voorstel kwam. Als het
inbrengen van initiatieven niet wordt gehonoreerd
met op zijn minst een discussie over de ingebrachte
punten, is er naar mijn mening opnieuw sprake van
een duidelijke vorm van polarisatie. Ik vind dat
een minderheidsgroep in deze raad op dat ogenblik
monddood wordt gemaakt, hetgeen de democratie in
deze raad en in de gehele gemeente niet ten goede
komt.
Over de inhoud van ons voorstel het volgende.
We hebben voor de bewustwording ten aanzien van
derde wereld-problemen een bedrag van 1,per
inwoner uitgetrokken. Dit bedrag zou kunnen worden
besteed aan Bredase projecten, gericht op bewust
wording rond de derde wereld-problematiek; ook zou
men via projecten in Breda giften aan ontwikkelings
landen kunnen doen. In dit verband denk ik aan twee
mensen die toevallig deze week zijn teruggekomen
uit Bangla Desh en die daar al vier jaar zijn ge
weest. Zij zouden vanuit een Bredase werkgroep al
lerlei steun kunnen ontvangen. We hebben gepleit
voor het nadenken over een snel werkende subsidie-
-pot. We bedoelen dan dat de subsidiëring uit die
pot niet via ambtelijke formele wegen zou moeten
verlopen, omdat op die manier de behandeling twee
a drie maanden gaat duren en het initiatief al
weer is doorgebloed als de subsidie kan worden ver
leend. Bepaalde initiatieven, waarvoor een vrij ge
ring steunbedrag nodig is, zouden op een snelle
manier moeten kunnen worden gesteund. Dat is geen
vreemdsoortige gang van zaken, want dit model wordt