12 NOVEMBER 1976. 1971
(Middag)
mede in verband met permanente educatie in Zweden,
in andere landen en in andere plaatsen van Neder
land reeds gehanteerd. Op deze manier zou in Breda
de situatie kunnen ontstaan dat er 1,per in
woner voor de taptoe en 1,per inwoner voor
ontwikkelingshulp wordt uitgegeven en dat zowel een
comité tegen de taptoe als een comité tegen ontwik
kelingshulp subsidie zou kunnen krijgen. Zulks zou
de kleurigheid van Breda alleen maar ten goede ko
men.
Bij dezen zou ik namens onze fracties een amen
dement willen indienen, waarin wij voorstellen een
bedrag van 117.050,uit te trekken voor ontwik
kelingshulp. Ons amendement strekt daarnaast tot
vermindering van posten voor verbouwing van de
stadsschouwburg en een stafmedewerker voor de stads
schouwburg, omdat op geen enkele wijze is aangetoond
dat deze uitgaven in het kader van de prioriteiten
die voor de cultuur zouden moeten worden gesteld,
verstandig zijn. Bovendien willen wij de uitgaven
voor subsidies en manifestaties voor 55.000,
afromen, waaraan wij een herstructurering van de
subsidies willen verbinden. Ik wijs er daarnaast
nog op dat binnen het bedrag van 117.050,een
aantal van die uitgaven weer zullen kunnen worden
teruggevonden
De heer Hendriksen dient vervolgens een amen
dement in, hetwelk als volgt luidt:
Aan de raad wordt voorgesteld te besluiten als
volgt:
"De raad der gemeente Breda?
gelet op het bepaalde in artikel 25 van het
reglement van orde voor de vergaderingen van
de gemeenteraad van Breda;
in aanmerking nemende, dat de behandeling van
de ontwerp-gemeentebegroting voor het dienst
jaar 1977 in de gemeenteraadsvergaderingen
van 9, 11 en 12 november 1976 hem aanleiding