12 NOVEMBER 1976. 1975
(Middag)
aangesproken en ik zou graag willen weten welke com
missies hij precies bedoelt; misschien kan dat nog
eens aan de orde komen.
Met betrekking tot de arbeidstijdverkorting
voor de beroepsbrandweer wordt verwacht dat op 1
januari 1977 het aantal aanwezigheidsuren wordt ver
laagd van 66 tot 64 per week. Wij zijn daarover ui
teraard verheugd, ondanks de fundamentele discussie
die over deze kwestie al eerder is gevoerd. Geble
ken is dat deze kwestie binnenkort in de heropende
besprekingen in het kader van de bestaande overleg
structuren aan de orde zal worden gesteld. Wij zijn
van mening dat een zestigurige werkweek gewenst is
en wij constateren dat deze al in vele gemeenten
van ons land is gerealiseerd. In dit verband zouden
wij willen vragen waarom is voorgesteld het doel
in drie jaar te bereiken. Wat ligt hieraan ten
grondslag?
Om deze arbeidstijdverkorting te realiseren
en op te vangen wordt in de nota van aanbieding
voorgesteld het korps met twee man uit te breiden.
Wij zouden graag nadere informatie hebben over de
vraag hoe men aan het aantal van twee is gekomen en
over de normen die met betrekking tot uitbreiding
worden gesteld. Voorts willen wij graag nader wor
den geïnformeerd over de financiële consequenties
van het toekennen van de piketvergoeding aan de
brandweerofficieren
Tijdens de vorige behandeling van de deelbe
groting is de vraag aan de orde geweest onder welke
wethouder milieuzaken zouden moeten vallen. Destijds
werd gezegd dat deze materie tot het terrein van de
wethouder van openbare werken behoorde en ik heb
begrepen dat zulks nog steeds het geval is. Inmid
dels hebben wij vernomen dat het vervoerbedrijf
een functionaris in dienst heeft die zich speciaal
bezighoudt met de naleving van de milieubepalingen.
Is dit juist en wil het college overwegen het
slachthuis, het vervoerbedrijf en het ENWA-bedrijf
bij deze materie te betrekken en hun eigen verant
woordelijkheid te laten dragen? Eventueel zou daarbij