m
1988 12 NOVEMBER 1976
Avond
niveau hadden gehandhaafd, zou het afbraakproces
zich hebben voortgezet en we zijn dan ook tot de
conclusie gekomen dat in de begroting 1977 op zijn
minst het onderhoud van de Kerk moest worden ge
garandeerd. Daartoe is in de begroting voor 1977
een onderhoudsbedrag van 50.000,opgenomen.
Ook ten aanzien van de Waalse Kerk heeft het
gemeentebestuur van Breda geen directe verantwoor
delijkheid maar wel een sterke betrokkenheid. Op
de actie is een bedrag van naar ik meen
70.000,binnengekomen en er worden tot mijn
vreugde nog steeds bedragen ontvangen. Er is een
commissie in het leven geroepen die restauratie
mogelijkheden nagaat en het is mij bekend dat die
commissie inmiddels aan een architect de opdracht
tot het opstellen van een restauratieplan heeft
verstrekt. Het onderzoek is volgens mijn inlich
tingen bijna gereed en wanneer het restauratieplan
klaar is, zal de commissie de plannen indienen, in
eerste instantie uiteraard bij het ministerie van
C.R.M.
Vervolgens een reactie op de kleine vraagjes
van de heer Gielen. Een aanvraag met betrekking
tot het poortgebouw van het Begijnhof ligt op het
ogenblik bij de rijksdienst voor de monumentenzorg
in Zeist en wij zijn erg benieuwd hoe er van de
kant van die dienst op zal worden gereageerd.
Ten aanzien van "De Koe" heeft de heer Gielen
naar ik meen een vraag over het restauratieplan en
de termijn gesteld. Mij is "vers van de pers" mee
gedeeld dat de restauratieplannen voor "De Koe"
vanmorgen zijn ingediend. Dit is volkomen in over
eenstemming met het besluit van de raad tot bewil
liging in de verkoop van "De Koe", waaraan een
termijn voor de indiening van het restauratieplan
verbonden was, die binnenkort zou gaan verstrij
ken. Vastgesteld moet worden dat de huidige eige
naar op geen enkele manier een met de raad over
eengekomen spelregel heeft overgetreden. Met de
beoordeling van de restauratieplannen zal enige
tijd gemoeid zijn en ik neem aan dat de raad als