12 NOVEMBER 1976 1989 (Avond) gevolg daarvan opnieuw een voorstel inzake een bijdrage in de restauratiekosten conform de gel dende subsidiemethodiek tegemoet mag zien. De vraag van de heer Gielen over het monumen tenbeleid zou ik graag in mijn beantwoording van de opmerkingen van de heer Hendriksen willen be trekken Om te beginnen zou ik met de heer Hendriksen willen afspreken dat wij met ingang van vanavond geen ruzie met elkaar meer zullen maken en de po larisatie tussen ons uit zullen bannen. Ik vind dat de heer Hendriksen in dezen als eerste een ge baar heeft gemaakt en ik wil van mijn kant graag dit voorstel doen. Terzijde merk ik op dat ik het "flexibele pak" van de heer Hendriksen erg geinig vind. Het staat hem reuzegoed, van mij mag hij het vaker aan en dat is dan ook het eerste gebaar! Ik wil verder geen ruzie meer met hem zoeken, maar ik geloof dat hij er ook begrip voor moet hebben dat ik, als hij deze wethouder soms met algemene uitspraken zit te "kietelen", van nature de vecht- houding aanneem. Ik zal proberen dat nu niet te doen en tezamen met de heer Hendriksen een aantal vragen van hem door te nemen Allereerst komt daarbij dan de permanente educatie aan de orde. Ook de heer Hendriksen heeft gezegd dat we de boot niet moeten missen. Welnu, als de heer Hendriksen en ik en ook de raad het willen, kunnen we zo snel mogelijk doorgaan. In de commissie hebben we de bespreking van de inte rimnota permanente educatie gefaseerd. Het was eerst het voornemen een en ander nog vóór de va kantie af te ronden, maar daarin zijn we niet ge slaagd, waarna we in gemeenschappelijk overleg hebben besloten de draad na de vakantie weer op te nemen. In augustus en september is naar ik meen in de commissie nog over de interimnota gesproken. De resultaten liggen nu bij de ambtelijke commissie die indertijd in het leven is geroepen en die voor de interimrapportage verantwoordelijk is. Alle reacties zijn thans binnen en ik heb me zelfs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1989