12 NOVEMBER 1976 1991 (Avond) zoals van de Werkgroep Richting, dan praten we morgen weer over een ander initiatief. Het zelfde geldt voor de Stichting Werklozen voor Werklozen: vandaag is deze actueel en morgen is er weer iets anders actueel. Ik geloof dat we gezamenlijk een structuur moeten vinden waarin we dit soort accen ten telkens kunnen bijstellen en waarin we ade quaat op de zich voordoende ontwikkelingen kunnen reageren. Dit betekent niet dat we vandaag moeten praten over dingen die morgen aan de orde komen, maar wèl dat we ons met de huidige ontwikkelingen moeten bezighouden. In ieder geval moeten we be seffen dat alles wat we vandaag doen repercussies heeft voor morgen. Ik durf best te bekennen dat ik ten aanzien van de permanente educatie nog niet tot een slotsom ben gekomen. Niemand kan mij op dit ogenblik al vertellen hoe het nu precies moet: dat is iets dat we samen moeten uitzoeken. Natuur lijk draag ik er de eerste verantwoordelijkheid voor dat dat gebeurt, maar ik vind dat de raad daarbij als het stadsbestuur van Breda eveneens een rol speelt en dat wij gezamenlijk moeten trachten een structuur te vinden die niet voor het acute probleem van gisteren, vandaag of morgen een oplossing biedt, maar die voor het brede veld aan de permanente educatie richtlijnen en een kader schept waarmee wij voor tamelijk lange tijd de si tuatie aankunnen De heer Hendriksen heeft gezegd dat ook de Werkgroep Richting, waarover deze raad binnenkort uitgebreid zal spreken, zich met permanente edu catie bezighoudt. Dit is juist, maar het betekent niet dat in dezen vandaag een oplossing tot stand moet komen, want er zijn nog 888 andere vormen van permanente educatieWe hebben te maken met incidenten waarover we in de raad moeten discus siëren en een besluit moeten nemen. Dit zal zich ongetwijfeld gaan voltrekken, maar ik vind niet dat je vandaaruit lijnen moet gaan ontwikkelen die voor nu en voor de toekomst richtinggevend zijn. Mijns inziens is het laatste een ander proces, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1991