1996 12 NOVEMBER 1976 (Avond) bedreigd monument moeten aankopen en ook dat zal dan waarschijnlijk via een apart voorstel verlo pen. Ik meen evenwel dat wij het monumentenbeleid in de gemeente Breda niet volstrekt kunnen stil leggen op grond van het feit dat het nog niet tot in alle details is uitgezocht. De heer Hendriksen heeft gevraagd hoe het met de eventuele Stichting Stadsherstel gesteld is en opgemerkt dat de raad daar niets over zou vernemen. Mijns inziens is dat niet geheel waar: in de commissie wordt geregeld naar aanleiding van de verslagen van het comité monumentenbeleid ge discussieerd. Zoals men weet, hebben wij vlak vóór de zomervakantie bij alle instellingen, verenigin gen en organisaties een inventarisatie ondernomen om een indruk te krijgen van doelstellingen en werkgebieden, alsmede van de activiteiten die men graag zou willen verrichten. Daaruit is gebleken dat op zijn minst twee verenigingen in deze stad als doelstelling het oprichten van een Stichting Stadsherstel hebben. De heer Hendriksen weet ook -- want dat stond in het verslag van het comité monumentenbeleid dat ik ongeveer tien dagen geleden een gesprek heb gevoerd met de verenigin gen die een Stichting Stadsherstel in hun vaandel hebben staan. Kort geleden ben ik nog in contact gekomen met een derde groep die terzake initiatie ven heeft ondernomen. Mij is bekend dat op 16 no vember a.s. deze drie organisaties bijeen zullen komen, met als doelstelling een Stichting Stads herstel in Breda in het leven te roepen. Ik weet nog niet of er nu ook een dergelijke stichting gaat kómen en ik vind dat we dat voorlopig maar even moeten afwachten, maar in ieder geval heb ik mijn bijdrage geleverd, opdat zo mogelijk wordt gekomen tot de instelling van een Stichting Stads herstel om nader vorm te geven aan de exploitatie van monumenten. Ik zou zeggen: laten we nu geza menlijk even de resultaten afwachten. De resulta ten van de bijeenkomst van 16 november wil ik in de commissie graag bespreekbaar maken. Wellicht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1996