12 NOVEMBER 1976 1999
(Avond)
en waar we ons binnenkort op moeten voorbereiden.
Wethouder SANDBERG: Ik denk dat we er toch
niet uitkomen, want ik weet het niet. Ik kan niet
uit mijn hoofd citeren uit het preadvies dat de
volgende maand in de raad zal worden behandeld,
maar ik meen dat er niet eens sprake van prijs
stijgingen is. Een en ander is in het bouwteam,
het bibliotheekbestuur en het gemeentebestuur met
alle betrokkenen uitvoerig besproken. Ik zou bij
na aan de portefeuillehouder die tevens voorzitter
van het bouwteam is vragen, mij bij te staan om
uit te leggen hoe het precies zit; zelf meen ik
dat er niet eens kostenstijgingen in het geding
zijn. Voor de heer Hendriksen is mijns inziens op
dit ogenblik de vraag: heeft het voorstel met be
trekking tot de financiële consequenties van de
verhuizing van de bibliotheek van het Van Cooth-
plein naar het pand van V. D. repercussies voor
de begroting zoals we die nu vaststellen en de
dekkingsmiddelen zoals we die nu aangeven? Het
antwoord op die vraag is zonder meer ontkennend.
Er vindt een aantal verschuivingen plaats, maar
de dekking die door de raad verleden jaar in de
begroting is vastgesteld, is voldoende om de ver
taling van het programma van eisen van het bibli
otheekbestuur op te vangen. Ik hoop de heer
Oomen knikt maar ik weet niet of dat ook voor de
heer Hendriksen geldt dat we er daarmee uit
zi jn
De heer OOMEN: Het is voor mij niet volledig,
maar ik denk dat we wel móeten!
De VOORZITTER: Ja, u moet maar even geduld
hebben
Wethouder SANDBERG: Ik zou vervolgens enige
opmerkingen willen maken over het door de heer
Hendriksen ingediende amendement nr. 5. Het is
jammer dat ik moet zeggen dat het voor de verbouw
van de stadsschouwburg opgenomen bedrag de finan
ciële dekking is van het inzake de artistenfoyer