12 FEBRUARI 1976 201 op korte termijn formeel te worden geregeld, even als de relatie met de gemeente en een beroeps- recht voor kindercentra die niet met de uitvoe ring van deze interimregeling akkoord gaan. Op de negende plaats zou ik een vraag willen stellen. Is het juist dat er plannen zijn om alle peuterspeelzalen te bundelen in een stichting die in de toekomst tevens als werkgever zou kunnen optreden? Ten slotte: Wanneer krijgen de kindercentra dit jaar hun geld? De heer LAMBREGTSIk meen dat het belang van de kindercentra voor iedereen zonder meer een belangrijk uitgangspunt is en ik geloof te kunnen vaststellen dat de gemeente hier alle aandacht aan schenkt. Een belangrijke vraag is iedere keer weerwaar ligt de taak van de gemeente en waar de taak van het rijk? De belangrijkheid van het werk staat ook bij het college buiten kijf, maar de financiële consequenties van een volledige ho norering van dit uitgangspunt zijn voor een ge meente zeer fors. Het rijk is voor 1975 en 1976 begonnen de kindercentra subsidie te geven; deze subsidie is niet hoog maar het begin is gemaakt. In goed overleg met de commissie subsidieregeling kindercentra werken b.en w. op het ogenblik aan een definitieve subsidieregeling, die wij in ok tober van dit jaar mogen verwachten. Het college van b.en w. toont dat het even eens begrip voor het probleem van de kindercen tra heeft door een extra subsidiebedrag van 18.000,op te voeren. Dit bedrag houdt ver band met het aantal kindercentra dat in 1976 e- ventueel extra in aanmerking voor toepassing van de interimregeling zal komen. Het verheugt mij zeer dat wij nu in februari 1976 over de interimregeling 1976 beslissen. Zo als men weet werd over de interimregeling 1975 pas in augustus 1975 beslist. Ik ben blij en ik meen dat de kindercentra deze blijdschap met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 201