2024 12 NOVEMBER 1976 (Avond) huidige besluitvorming moeten veranderen. Ik zie in dat hier voor een aantal mensen grote proble men liggen, maar ik troost me dan maar weer met de gedachte dat we er wel zullen komen. Ik kijk telkens maar weer naar het engeltje boven de heer Broeders, dat overigens alleen zichtbaar is als er daglicht door het raam valt. Dat engeltje kijkt zeer somber, maar houdt aan de andere kant het wapen van Breda en allerlei andere positieve din gen zó stevig vast, dat ik het gevoel heb dat we er wel zullen komen. Nog één ding zou ik hierover willen zeggen, namelijk dat men er niet op moet rekenen dat men met de mensen die werkelijk volledige democrati sering willen, snel tot overeenstemming zal komen. Steeds weer zal blijken dat, ondanks de wil van het college, ondanks de wil van alle betrokkenen en ondanks de wil van de actievoerders, geen vol ledig gemeenschappelijk beeld zal ontstaan van wat men wil bereiken. Het kan zijn dat in persoonlijke contacten de tegenstellingen lijken te verdwijnen, maar zolang de problemen niet werkelijk zijn op gelost is dat verdwijnen van persoonlijke tegen stellingen slechts schijn. In dat geval zal toch de strijd op weg naar een werkelijk fundamentele democratisering voortgaan. Wanneer men zich bezig houdt met een inspraaknota, moet men erop rekenen dat die nota, willen wij haar werkelijk tot een optimaal functioneren van de democratie laten leiden, het misschien geen vijf jaar, drie jaar of korter uithoudt, maar in feite op elk moment te weinig is. We moeten bereid zijn in een dynamisch systeem te werken en langzamerhand af te stappen van het werkelijk altijd alles maar formeel rege len De heer DEES: Waarom wil dan de raadsgroepe- ring van de heer Welschen de behandeling van "een" inspraaknota, die altijd een momentopname is, steeds weer uitstellen? De heer WELSCHEN: Het is enerzijds misschien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2024