2028 12 NOVEMBER 1976 (Avond) het stadsgewest zijn taken in de komende jaren uitgebreid zal zien, op de achtergrond, worden twee dingen van zeer groot belang. Ik denk daar bij dan op de eerste plaats aan het haast maken met de directe verkiezing van de stadsgewestraads leden, een punt dat de heer Dees tijdens de alge mene beschouwingen heeft bepleit en dat het C.D.A in zijn programma heeft staan, zodat we het er in de raad over eens zijn. Als de taken op een be paald niveau zó groot worden, dat je moet consta teren dat er politieke lijnen liggen, dan moet er ook een duidelijke directe verantwoording jegens de burgerij zijn. Daar zal aan moeten worden ge werkt. Op de tweede plaats zouden op dit ogenblik bij het stadsgewest enige strubbelingen ten aan zien van het functioneren kunnen ontstaan, aange zien elke gemeente voor zich kan bepalen of zij al dan niet met bepaalde uitbreidingen mee wil gaan. Dat is enerzijds voor de overblijvende ge meenten erg moeilijk, anderzijds voor die ene ge meente ook bijzonder lastig; men wordt immers meer dan geweldig onder druk gezet en kan eigen lijk nauwelijks nog tot verantwoorde beslissingen komen. Die twee bezwaren, en mogelijk nog een aantal anderezouden kunnen worden ondervangen wanneer het stadsgewest de discussies over de no ta "Stadsgewest op koers" zou koppelen aan dis cussies over een nieuwe, aangepaste juridische structuur vanwaaruit men wil gaan opereren. De fracties in deze raad zijn het daarover eens en ik heb bij dezen de eer op dit punt een motie in te dienen, die is medeondertekend door de heren Crul, Geene en Dees. De door de heer Welschen ingediende motie luidt als volgt: "De raad van Breda, in vergadering bijeen op 12-11-76, gehoord de discussies rond de deel begroting algemene zaken, overwegend dat het stadsgewest Breda inmiddels grote

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2028