202 12 FEBRUARI 1976 ons zullen delen dat wij tenminste op dit punt zes maanden hebben gewonnen. Bij mijn fractie zijn de volgende vragen blijven bestaan. In het voorstel staat: "Met in gang van 1977 zal gefaseerd worden gewerkt naar het in de begroting opnemen van een bedrag uit komend op een aandeel van de gemeente, zoals ge regeld in het huidige concept "definitieve sub sidieregeling". In welke relatie staat deze zin met het werkelijke begin van de definitieve sub sidieregeling? De volgende vraag is ook reeds door de heer Beckers gesteld. Wanneer zal de uitbetaling van de subsidie voor 1976 aan de hiervoor in aanmer king komende kindercentra plaatsvinden? Wanneer de verdeling van de rijkssubsidie 1976 en de gemeentesubsidie 1976 is geregeld, mogen wij dan in de commissie voor jeugd en sport een soortgelijk overzicht als de afgelopen jaren is verstrekt tegemoet zien? De heer KOERTHUIS: Ook ik zou in het kort willen herhalen wat wij op 14 augustus van het vorig jaar over deze kwestie hebben gezegd. Wij betreuren het met de fracties van P.V.D.A. en P.P.R. dat een veel te lage subsidie wordt gege ven, doch zien evenals het college geen mogelijk heden om nu tot verdere subsidiëring over te gaan. Helaas zijn wij dan ook genoodzaakt althans voorlopig met deze beperkte subsidiëring akkoord te gaan. Wethouder VAN GRAAFEILAND: De heer Koerts- huis slaat naar ik meen de spijker op de kop door erop te wijzen dat hij evenals wij gedwongen is de subsidie niet hoger te maken dan op het ogenblik mogelijk is. Op eerdere ogenblikken is de gemeente met betrekking tot andere onderwerpen vooruitgelopen op eventuele subsidie van de rijks overheid. Dit heeft tot op heden in zoverre een negatief effect gehad, dat het rijk niet werd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 202