2030 12 NOVEMBER 1976 (Avond) de beweging die toen op gang is gekomen zou laten wegebben en niet uit alle macht zou gaan onder steunen. Ik neem dan ook aan dat eigenlijk de in spraakfunctionaris voor het centrum helemaal in de lijn van het college ligt. Wanneer b. en w. ons denkbeeld op dit punt niet zouden willen over nemen, zou ik gaarne vernemen hoe zij een en an der dan wèl denken op te vangen. Het tweede element is de inspraak met betrek king tot de Haagse Beemden. Ik heb begrepen dat het college vindt dat de inspraak via de St.A.R. en te zijner tijd via een bewonerscommissie al uitstekend is. Wij vinden dat evenwel te mager, op de eerste plaats omdat de kwestie van de Haagse Beemden erg veel relaties met de oude stad heeft en op de tweede plaats omdat in de boeken staat hoe onbegrijpelijk het ook klinkt dat de ontwikkeling van de Haagse Beemden het totaal van Breda boven de spoorlijn tot een harmonisch en goed bewoonbaar geheel moet maken, zodat naar on ze mening de bewoners van Breda-Noord toch wel een extra stem in het kapittel hebben. De aan stelling van twee inspraakwerkers is naar onze mening noodzakelijk. Jammer genoeg weet ik niet waarom het college deze punten heeft afgewezen en ik moet zeggen dat onze fracties er bijzonder teleurgesteld over zijn dat we op onze brief van mei j.l., waarin we deze voorstellen uitvoerig met argumenten om kleed hebben gedaan, geen ander antwoord heb ben gekregen dan de mededeling dat de verlangens niet zijn gehonoreerd. Het is erg spijtig dat we op deze manier elkaar niet eens meer argumenten over afwijzingen in handen kunnen spelen. Mijnheer de voorzitter. Hierbij wil ik het laten, maar ik zou u willen vragen niet te verge ten dat mijn fractiegenoot Crul over een enkel punt nog het woord wil voeren. De VOORZITTER: Ik denk dat de heer Crul zich zelf zal willen melden als dat de bedoeling is en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2030