2038 12 NOVEMBER 1976
(Avond)
opmerkingen worden verwacht. De heer Welschen is
ingegaan op de zogenaamde "politieke fractievor
ming" Hij weet we spreken veel over nota's en
daarom doe ik dat ook met grote vrijheid dat
het dagelijks bestuur van het stadsgewest daarover
een nota heeft uitgebracht. Als voorzitter van het
gewest heb ik in de gewestraad, als de politieke
fractievorming aan de orde was, altijd gezegd
niet in mijn kwaliteit van burgemeester van Breda
dat mijns inziens het recht daartoe bestaat.
Natuurlijk mag men er ook tegen fulmineren, want
iedereen heeft zijn recht in dit opzicht, maar men
zal zich herinneren dat ik deze constatering in de
gewestraad heb gedaan en daar zelfs woorden van
verdediging heb gesproken.
Over de nota "Stadsgewest op koers" is een
motie ingediend die door alle fracties uit de ge
meenteraad is ondertekend; ik maak daarover de
volgende opmerkingen. De heer Welschen was zojuist
zo vriendelijk daar even met mij over te spreken
en mij een concept-motie voor te leggen, die trou
wens een wat andere inhoud heeft dan de motie die
op het ogenblik ter tafel ligt. Op de laatste
bladzijde van "Stadsgewest op koers" is aangegeven
wat de bedoelingen met deze nota zijn; ik heb de
nota zojuist nog even aan de heer Welschen ter
hand gesteld en ik meen dat ik de desbetreffende
passage niet hoef voor te lezen. In ieder geval is
zeer wezenlijk dat bij de betrokken gemeentebestu
ren de bereidheid en de bestuurlijke wil tot ge
westelijke samenwerking aanwezig moeten zijn. In
dat verband is er sprake van een juridisch kader
waarin alles moet worden geplaatst. Hoewel ik mij
niet tegen de motie wil verzetten zij heeft
blijkbaar de algemene instemming zou ik wat
het juridisch kader betreft met nadruk willen zeg
gen dat de regelingen die in het stadsgewest Breda
functioneren juist dat kader scheppen. In artikel
4 van de stadsgewestregeling wordt bepaald dat ta
ken aan het stadsgewest kunnen worden aangehaakt,
als zulks door de gemeenten wordt verlangd en