12 NOVEMBER 1976 2041
(Avond)
wij inspraak noemen feitelijk geen inspraak is,
waarmee de discussie erg moeilijk wordt. Over de
ze kwestie zouden we tot twaalf uur met elkaar
kunnen discussiëren, maar deze kloof zal blijven
bestaan. Wij hebben de eerlijke overtuiging dat
we in dit proces goede maatregelen nemen, we heb
ben ook de overtuiging dat we er nog niet zijn.
Overigens heb ik er bezwaar tegen dat de heer Wel-
schen zegt: gij doet dat allemaal slim en gij be
schermt een bepaald belang, opdat de situatie
blijft zoals zij is. Evenals de heer Welschen
heeft gezegd dat hij met betrekking tot de in
spraak bepaalde dingen onaanvaardbaar vind, zou
ik hem willen zeggen dat ik deze uitlatingen, ze
ker aan het adres van het college dat deze zaken
praktizeert, onaanvaardbaar acht.
De heer WELSCHEN: Het is natuurlijk erg ver
velend als je eerst zegt dat je bijna heiligschen
nis pleegt en het dan nog blijkt te doen ook)
De VOORZITTER: Hoe bedoelt u het dan? "Slim
en.
De heer WELSCHEN: Ik zal het u vertellen.
Wanneer je objectief tegen die dingen aan kunt
kijken, moet je zeker tot de conclusie komen dat
het systeem erg slim werkt en bestaande belangen
de voorrang geeft. Daar komt echter nog een punt
bijHet is de vraag in hoeverre de mensen die in
het systeem functioneren dat ook herkennen en het
bewust doen. Een ieder kan zich dit zelf in een
bepaalde mate aantrekken, maar er volgt in ieder
geval naar mijn mening uit dat mijn opmerking wel
degelijk aanvaardbaar is, omdat zij volledig wordt
geobjectiveerd. Het is niet zo dat had u van
onze kant ook op een heel andere manier te horen
gekregen dat we u ervan beschuldigen dat u met
de methode die u volgt een zeer bewuste belangen
behartiging van de "grotere heren in de samenle
ving" bedrijft. Voor een deel geldt echter zeker
dat u in een systeem werkt dat die belangen op