2054 12 NOVEMBER 1976 (Avond) genomen van de mededeling dat b. en w. erin zijn geslaagd de doelstelling van een sluitende begro ting te realiseren. Het is duidelijk dat, zoals ook de wethouder heeft gezegd, de door het college gevolgde methodiek om tot een vroegtijdige progno se te komen met als uitgangspunt het voorgaande jaar, het gevaar inhoudt dat later tot bijstelling moet worden overgegaan, hetgeen dan in positieve maar ook zeer zeker in negatieve zin kan uitvallen. De wethouder heeft erop gewezen dat het pri mair de bedoeling was snel inzicht in de capaci teit te geven, waaraan echter ik zeg het nog maals wèl risico's verbonden zijn. De brief van staatssecretaris Polak is een voorbeeld van de manier waarop je door het ingrij pen van de rijksoverheid in de mist kunt geraken. In feite heb ik daar in het verleden al eens voor gewaarschuwd. Ik heb betoogd dat er eigenlijk geen extra ruimte van 2,5 was en dat er ook aan het bestaan van de later genoemde ruimte van 1,5 moest worden getwijfeld. Er is geen ruimte voor nieuwe activiteiten en ik ben het dan ook eens met de heer Dees, die tijdens de algemene beschouwin gen heeft gezegd dat de uitkeringen uit het ge meentefonds lager worden, evenals de doeluitkerin gen, en dat daar tegenover staat dat de gemeente de onroerend-goedbelasting mag verhogen. Aan de ene kant worden door de rijksoverheid beperkingen opgelegd, aan de andere kant wordt gewezen op een belastinggebied waarop wij mogen opereren om de noodzakelijkste voorzieningen te treffen. Dit is een onaangename situatieomdat het rijk zelfs ten dele met bepaalde tariefverhogingen komt waarmee de algemene normen worden overschreden maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2054