12 NOVEMBER 1976 2059 (Avond) worden genomen. Wij krijgen daaruit de indruk dat er andere oorzaken of achtergronden zijn dan door de heer Van Dun dinsdag en gisteren op tafel zijn gelegd. Het gaat naar de mening van de accountant en van leden van commissie financiën in dezen om het volgendeOm te beginnen staat zonder meer vast dat deze materie zeer ingewikkeld is, maar één van de belangrijkste oorzaken wordt, voor zover een en ander op het ogenblik kan worden overzien, gevormd door onvoldoende planningniet voldoende zicht op de uitvoering van zaken, onvoldoende zicht op de voortgangscontrole en vooral ook onvol doende zicht op de nacalculatie. Een en anders is volgens het beeld dat wij tot nu toe hebben kunnen vormen, een gevolg van een overbelasting van de diensten die hierbij betrokken zijn. Ter illustra tie van een en ander zou ik nog even willen terug kijken naar de controle van de rekening van de voorafgaande jaren, omdat daarbij opmerkingen zijn gemaakt die duidelijk in deze richting wijzen. Mijns inziens is het voor de leden van de commis sie financiën zaak op die kwesties te wijzen. Naar aanleiding van de rekeningen over 1972, 1973 en 1974 is door de accountant opgemerkt dat er plan ning zou moeten zijn waarbij de vraag wordt ge steld waarom die er niet is en dat er zich za ken voordoen die te denken geven, waarbij de vraag wordt gesteld waarom daar niets aan wordt gedaan. Van de kant van de sector financiën is daarop ge reageerd met de opmerking dat een en ander tot de verantwoordelijkheid van de wethouder van openbare werken behoort en dat maar eens zou moeten worden afgewacht wat er in die sector zou gaan gebeuren. In de voorgaande jaren ben ik het daarmee eens ge weest, maar op het ogenblik heb ik er sterke twij fels over of dit alles op deze wijze moet worden afgedaan, gezien de opmerkingen die de heer Van Dun over deze zaak heeft gemaakt en waarin hij an dere achtergronden heeft geschilderd dan uit de rekeningcontrole blijken. Mijn vraag is dan ook of

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2059