12 FEBRUARI 1976 205 betaald zullen krijgen. Het is nu februari en het voorstel komt inderdaad een half jaar eerder dan verleden jaar aan de orde. Als het een beetje meezit, zal de uitbetaling naar ik verwacht in april kunnen worden geregeld. De heer Lambregts heeft gevraagd naar de be tekenis van de zin op blz2 die betrekking heeft op de gefaseerde invoerig. Wij bedoelen daarmee dat wij in de begroting gefaseerd de bedragen die de gemeente aan het peuterspeelzaalwerk zal uit geven zullen opnemen, als óók het ministerie van C.R.M. gaat subsidiëren, met andere woorden: als wij de definitieve regeling in gang kunnen zetten Wanneer dat zal gebeuren, weet ik niet. De wijze waarop wij gaan faseren en het aantal jaren dat daarvoor nodig zal zijn, zullen natuurlijk mede afhankelijk zijn van de snelheid waarmee het mi nisterie besluit tot subsidiëring over te gaan, alsmede van de financiële mogelijkheden van de gemeente in het algemeen. Wij zijn ten volle bereid dat waren wij ook al van plan het overzicht van de verdeling evenals de vorige keer ter kennis van de commis sie te brengen. De heer BECKERSIk ben de wethouder zeer dankbaar voor enkele toezeggingen die hij zojuist heeft gedaan. Het lijkt mij zeer goed dat de on derwijskundige begeleiding van de grond komt. Eveneens ben ik de wethouder dankbaar voor de marge die hij kennelijk openlaat op het gebied van het zich houden aan de formele spelregels. Voorts vind ik het zeer plezierig dat het beroeps recht nu is geregeld. Principieel blijven wij naar ik aanneem van mening verschillen over de taak van de gemeente in deze zaak. Ik ben niet erg gevoelig voor het argument van de wethouder dat de gemeente voorzichtig zou moeten zijn met het vooruitlopen op een C.R.M.-regeling. In dit verband wijs ik erop dat de gemeente een eigen primaire taak heeft en niet afhankelijk is van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 205