2068 12 NOVEMBER 1976 (Avond) daar niet goed raad mee omdat deze vraag niet in de eerste plaats op het onderwijsgebied ligt; hier zijn namelijk de jongeren in het geding die geen onderwijs meer volgen. Dit probleem is mijns inziens van sociale aard en ligt misschien ook op het gebied van de werkgelegenheidssituatie, zodat ik het in de eerstvolgende b. en w.-vergadering aan het college zou willen voorleggen. De tweede vraag van mevrouw Giebels betrof de versterking van het bureau onderwijs. Ik weet niet of de advertentie al is verschenen, maar er is in ieder geval overeenstemming over de soort van versterking die zal worden gezocht. Ik zal nagaan hoe ver de procedure is gevorderd en daar van in de commissie onderwijs mededeling doen, want de werving voltrekt zich buiten mij om. Met betrekking tot het denominatie-onderzoek heb ik de toezegging van de sociografische dienst gekregen dat van die zijde waarschijnlijk deze en anders de volgende maand een notitie zal worden uitgebracht, waarover een gesprek kan worden ge voerd, opdat vervolgens de besluitvorming met be trekking tot dat onderzoek kan plaatsvinden. De laatste vraag van mevrouw Giebels is mij ontgaan. Mevrouw GIEBELS-SPRENGERSIk had nog graag van u willen horen hoe de regionalisering van de S.A.D. verloopt. Wethouder BROEDERS: De commissie brengt deze maand haar eindrapport uit. Hoewel het rapport nog niet openbaar is, meen ik te mogen zeggen dat wij het in de commissie eens zijn over de gewenst heid van de regionalisering, de inhoud van het werk en het werkgebied, maar dat de commissie geen eensluidend oordeel over de juridische struc tuur heeft. Zodra het rapport is verschenen, zal het ook aan u worden aangeboden. Misschien komen we er op de valreep nog uit, maar zoals de situa tie nu is komt er geen eensluidend standpunt over de juridische structuur.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2068