2070 12 NOVEMBER 1976 (Avond) overigens dat de hoogte van de belasting plaatse lijk aan de hand van de wenselijkheid van bepaal de voorzieningen wordt vastgesteld. Dat is ook de reden geweest waarom wij met voorstellen tot ex tra verhoging zijn gekomen. De heer Crul heeft opmerkingen gemaakt over de onroerend-goedbelasting in relatie tot de post "onvoorzien"Ik weet niet of ik het helemaal goed heb begrepen, maar ik heb eerder al duidelijk aan gegeven dat het verlagen van de post "onvoorzien" zoals in het amendement van V.V.D. en C.D.A. wordt voorgesteld, tot gevolg zal hebben dat de marge voor het doen van nieuwe, thans niet voorzienbare, uitgaven uiterst smal zal worden. De raad staat voor de beslissing of hij de post "onvoorzien" wil verlagen en daarbij al wil aanvaarden dat het in brengen van nieuwe uitgaven het volgend jaar ui terst kritisch moet worden beoordeeld. Hetzelfde geldt voor blokkeringen in de post "onvoorzien", waarbij ik op de discussie over het Mark/Vlietka- naal wijs, ook met het oog op de goedkeuringssi tuatie. Voorgesteld is een bepaalde post op nul te brengen, maar als men het desbetreffende bedrag niet in de post "onvoorzien" zou blokkeren er wordt in het college van gedeputeerde staten im mers wel over het Mark/Vlietkanaal gesproken zou men wat de goedkeuring betreft in moeilijkhe den kunnen komen. De heer TEN WOLDE: Het betreft het Mark/Wil- helminakanaal en niet het Mark/Vlietkanaal1 Wethouder BROEDERS: Dat is dan een verspre king mijnerzijds; ik heb dezer dagen in de krant gelezen dat de heer Brokx wat moeilijkheden met het intrekken van de rijkssubsidie voor het Mark/ Vlietkanaal had. De heer Ten Wolde wist eigenlijk wel waar ik over praatte maar de correctie is te recht. Met betrekking tot de brief waarop het colle ge niet heeft gereageerd, het volgende. Ik heb in de commissie al gezegd dat het college heel zwaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2070