12 NOVEMBER 1976 2077 (Avond) vermenigvuldigen, zal ik u er voor de goede orde voorlezing van doen. Het betreft hier een motie, waarvan de heer Welschen de eerste ondertekenaar is; zij luidt als volgt: "De raad van de gemeente Breda, in vergade ring bijeen op 12 november 1976, constaterend de verantwoordelijkheid van de plaatselijke overheid om een bijdrage te le veren tot een sober loon- en prijsbeleid, de extra lasten voor de economische zwakkeren, kennis genomen hebbend van de bezwaren tegen het gebruik van de onroerend-goedbelasting om als dekkingsmiddelen dienst te doen om de kosten der verhogingen van de lopende voor zieningen en activiteiten te dekken, geeft het college in overweging: - de verhoging van de onroerend-goedbelasting thans niet door te voeren; - vóór 1 januari aan de raad een notitie aan te bieden met het doel alsnog een afweging mogelijk te maken tussen de verhoging van de onroerend-goedbelasting en een verminde ring van de uitgaven zoals onder meer door de fracties van P.v.d.A. en P.P.R. is aan gegeven in hun brief van 4 november j1 Voldoende ondersteund zijnde maakt deze motie mede onderwerp van beraadslaging uit. De VOORZITTER: Ik bedenk me nu overigens dat de motie de heer Broeders bij de beantwoording nog niet bekend zal zijn geweest en ik meen dat hij er ook niet op is ingegaan. In ieder geval is de raad de inhoud van de motie nu voldoende bekend. Voorts meen ik dat het amendement dat op onze lijst is genummerd met 5 is ingetrokken. Dit blijkt inderdaad het geval te zijn. Ingetrokken zijnde maakt het amendement van de heer Crul c.s. betreffende verhoging subsidie BWOW ten laste van jeugdgezondheidszorg en moder nisering sportaccommodaties geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 2077